Race van badeendjes voor Eusebiuskerk
De Eusebiuskerk zou bijna zijn gesloopt. En nu wordt de restauratie van 1994 dunnetjes overgedaan. Het zijn volgens directeur Bert de Jong twee broodjeaapverhalen die over het Arnhemse godshuis de ronde deden.
Nooit is erover gedacht om de kerk te slopen. „Dit is op de Sint-Jan in Den Bosch na de rijkst gedecoreerde kerk in Nederland met 160 beelden op de luchtbogen buitenom”, begint De Jong zijn betoog in een van de weinige ruimtes in de kerk waar het deze middag warm is.
Na de Tweede Wereldoorlog stond er nog weinig overeind van het bedehuis, dat ruim vijf eeuwen geleden werd gebouwd. Toch werd de kerk mét toren herbouwd. „De toren is tot een derde afgebroken en daarna opnieuw opgebouwd”, vertelt De Jong. „Als je een kerk als deze nu zou bouwen, kost dat 209 miljoen euro. Reden genoeg om heel zuinig te zijn op de Eusebius.”
Tufsteen
Toch kost de kerk ook nu geld. „Iedere dag kost zij 1000 euro. We zitten met energiekosten, verzekeringen, kleinschalig onderhoud, schoonmaak en exploitatiekosten.” De kosten voor de renovatie heeft De Jong dan nog niet eens meegerekend. „We zijn in totaal 34 miljoen kwijt aan de renovatie die in 2010 van start ging. Aan de toren wordt tufsteen vervangen. En er zijn verankeringen in de toren aangebracht die de muren bij elkaar moeten houden. Verder moeten de tufstenen kozijnen en de glas-in-loodramen in de hele kerk vervangen worden. Er komt geluidsisolatie, zodat het publiek tijdens concerten niet gestoord worden door geluiden van buitenaf en wij anderen niet tot last zijn.”
Duckrace
De kosten worden voor een deel betaald door het Rijk, de provincie en de gemeente. De rest hoopt De Jong uit fondsen bijeen te brengen. Ook organiseert hij met zijn team acties om geld bij elkaar te krijgen. De Duckrace bijvoorbeeld, waarbij mensen een badeendje voor 10 euro kunnen kopen dat vervolgens met duizenden andere in de Rijn te water wordt gelaten. De eigenaar van het eendje dat het eerste over de finish glijdt, krijgt een Citroën C1. „Dat verwijst leuk naar eendje.”
Het restauratieproject is niet zomaar een klusje. Het gaat tot 2019 duren en kent verschillende fasen. Het bovenstuk van de toren, de zogenoemde lantaarn, is al gerestaureerd. Nu is het middengedeelte aan de beurt. Op de steigers zijn vaklieden aan het werk. De Jong en zijn team geven ook jongeren een kans om het vak te leren in de zogeheten Arnhem School of Heritage. „Dit is het grootste renovatieproject in Nederland op dit moment, hier kunnen jongeren ontzettend veel kennis opdoen.”
Lift
De protestantse gemeente Arnhem belegt iedere maand en met Kerst een dienst in de Eusebius. Een team van circa dertig vrijwilligers zorgt ervoor dat de kerk doordeweeks te bezichtigen is. Wat er zo bijzonder is aan het pand? „De Eusebius is voor Arnhem wat de Eiffeltoren voor Parijs is. Hier bevindt zich de laatste rustplaats van Karel van Gelre, een vorst die in zijn tijd veel belangrijker was dan de Nassaus. Dit is het gezicht van de slag om Arnhem. En we hebben als enige kerk in Europa een lift tot 85 meter in de toren.”
Van tijd tot tijd wordt de kerk verhuurd voor concerten, theatervoorstellingen, tentoonstellingen en wat zich zoal aandient. Het is nog nooit voorgekomen dat de directie een huurder moest weigeren. „Dat wil niet zeggen dat we zomaar alles binnenlaten. Dit blijft een sacraal gebouw en moet als zodanig behandeld worden. Een beurs over zingeving en spiritualiteit staan wij toe, maar een eroticabeurs komt er echt niet in.”
Tentoonstelling over slag om Arnhem
Vanwege de grote impact die de slag om Arnhem in 1944 gehad heeft op de plaatselijke bevolking, besloot directeur van de Eusebiuskerk Bert de Jong een permanente tentoonstelling in te richten over dit onderwerp. De expositie bevindt zich in de toren van de kerk en bevat veel foto’s en verhalen over de slag om Arnhem, die in september 1944 plaatshad. De Jong: „Er zijn 150.000 mensen geëvacueerd geweest, wel acht maanden lang. Bij terugkomst hadden ze vrijwel niets meer. Hun huizen waren platgebombardeerd en veel huisraad was verbrand of gestolen. Dit is een groot trauma voor heel veel oudere Arnhemmers vandaag de dag. Daarom willen wij hier de herinnering aan dit deel van de oorlog levend houden.”