Saudi-Arabië belooft maatregelen bij hadji
De hoogste religieuze leider van Saudi-Arabië heeft maandag maatregelen beloofd om menselijke tragedies bij de jaarlijkse pelgrimsvaart, de hadji, in de toekomst te voorkomen.
Zondag werd in het gedrang bij het ”stenigen van de duivel”, een van de rituelen van de hadji, een groot aantal mensen doodgedrukt en doodgetrapt. Met het overlijden van zeven zwaargewonden kwam het dodental maandag op 251.
De geestelijke, sjeik Abdul Aziz bin Abdullah al-Sheik, deed zijn uitspraken kort nadat de Saudische regering had aangekondigd een bureau op te zetten om de heilige plaatsen Mekka en Medina opnieuw in te richten en zo verdere ongelukken te voorkomen.
Al-Sheik zei dat de Raad van Vooraanstaande Theologen donderdag in Mekka bijeen zal komen om maatregelen aan te kondigen. Hoewel hij niet uitweidde, mag worden aangenomen dat het besluit de vorm zal hebben van een fatwa, een islamitische verordening, met betrekking tot het „stenigen van de duivel.”
Maandag werd het riskante ritueel in Mina hervat. Opnieuw drongen de pelgrims in groten getale aan op de drie pilaren die de duivel symboliseren, om deze met steentjes te bekogelen ter afdrijving van het kwaad. Ditmaal bleef het bij enkele gevallen waarin mensen in de drukte onwel werden.
Het Saudische staatspersbureau SPA meldde dat het merendeel van de slachtoffers van zondag afkomstig was uit Aziatische landen. Van de doden die zijn geïdentificeerd, kwamen er 54 uit Indonesië, 36 uit Pakistan en zo’n 12 elk uit Turkije, Egypte, Algerije, India en Bangladesh. Andere slachtoffers kwamen uit China, Jemen, Sri Lanka, Afghanistan, enkele Afrikaanse landen en een West-Europees land. Twee kwamen uit Saudi-Arabië. De rest van de lichamen is nog niet gedentificeerd.
Naar aanleiding van de tragedie gaf koning Fahd maandag opdracht een bureau in het leven te roepen dat Mekka en Medina moet ontwikkelen „met het oog op de huidige en toekomstige omstandigheden.” Er moet een plan komen dat minstens twintig jaar mee kan, zei Fahd in het zondagavond uitgevaardigde decreet, waarin hij geen melding maakte van de onfortuinlijke gebeurtenissen.
Volgens de Saudische autoriteiten ging het zondag mis toen een paar mensen door het gedrang achter hen ten val kwamen en anderen probeerden te vluchten uit angst onder de voet te worden gelopen.
Bisher Abdullah, een Nigeriaan wiens schouder uit de kom raakte in het gedrang, vertelde vanuit zijn bed in het Koning Faisal-ziekenhuis in Mekka dat hij vlak bij de pilaar stond toen vanaf twee kanten het gedrang begon. „Ik kon niet meer ademen en ik viel. Mensen stapten op me, maar gelukkig trok iemand die ik niet kende mij eruit.”
In 1994, 1998, 2000 en 2002 zijn ook mensen omgekomen in het gedrang bij het stenigingsritueel. De Saudische minister voor Hadjizaken, Iyad Madani, zei dat alle mogelijke voorzorgen waren getroffen om slachtoffers te voorkomen. „Maar dit is Gods wil”, zei hij zondag. „Voorzichtigheid is niet sterker dan het lot.”
Volgens de politie waren 10.000 man veiligheidstroepen ingezet op het moment dat het gedrang ontstond. Zij grepen in en wisten de menigte na een halfuur uiteen te halen, maar toen was het kwaad al geschied. Behalve de 244 doden viel ongeveer een even groot aantal gewonden, van wie 7 er slecht aan toe waren. Het ministerie van Volksgezondheid zei maandag dat 198 gewonden het ziekenhuis alweer hadden verlaten en dat 46 nog worden verpleegd. Hun toestand werd omschreven als stabiel.
„Allah zij dank ben ik eruit gekomen. Ik herinner me alleen het harde duwen en toen verloor ik het bewustzijn. Ik kwam pas hier weer bij’, zei Ahmed Azeel, een Marokkaan die een hersenschudding en verwondingen aan rug en buik opliep.