Geen kerstfeest zonder ”Ere zij God”, of toch wel?
Er zijn predikanten die het ”Ere zij God” volgende week niet laten zingen. Ze vinden het afgezaagd, of in liturgisch, muzikaal en/of theologisch opzicht onder de maat. Maar de meeste mensen vinden het mooi en hebben niet echt Kerst als dit lied niet op enige moment gezongen is.
Ik geef het ook nooit op trouwens, tenzij er daartoe een bevel uitgaat vanwege de plaatselijke kerkenraad. Volgens mij zouden we meer moeten nadenken over wat we wel en niet in de kerk zingen; en dat geldt zowel voor hen die zo’n beetje alles zingen wat een melodietje heeft als voor hen die het houden bij de psalmen en enkele gezangen. Literatuur voor de bezinning is er in overvloed.
Fundamenteel is natuurlijk wat de Schrift hierover zegt en daarvoor kunnen de vakmensen terecht in het laatste deel van een prachtige serie over de uitleg van het Oude Testament, ”Hebrew Bible Old Testament”. Daarin krijgen de Psalmen veel aandacht en wordt gewezen op de liturgische theologie van dit Bijbelboek. Er worden mooie dingen gezegd en bestudering van dit werk zal veel theologen plezier doen.
Meer op de praktijk gericht is het commentaarwerk van Cotton Mather (1663-1728), Amerikaans apologeet van de gereformeerde orthodoxie. De Duitse uitgever Mohr Siebeck en de Amerikaanse uitgever Baker geven zijn tiendelige Bijbelcommentaar uit en daarvan verscheen recent het vierde deel, waarin ook de psalmen worden uitgelegd. Mather noemt de Psalmen ”een muzikaal Bijbelboek” en dat is mooi gezegd. In zijn uitleg blijft hij dicht bij de tekst; dat wil zeggen dat hij niet elke psalm zomaar op Christus betrekt, maar zorgvuldig weergeeft wat er staat en wat de psalm in de tijd van ontstaan betekende.
Woord en antwoord
Luther is de man geweest die de gemeente weer tot zingen bracht. Vóór de Reformatie was het nogal stil geworden in de kerk, want alleen de geestelijkheid zong en dan ook nog in het Latijn; de broeders en zusters in de kerk zwegen in alle talen. De Reformatie bracht de liturgie weer terug tot wat zij wil zijn: Woord en antwoord. Daar heeft Luther goed over nagedacht en wel zo goed dat je volgens Miikka Anttila kunt spreken van ”Luthers theologie van de muziek”. Deze Finse Lutheronderzoeker heeft een prachtig boek over die theologie geschreven. Ze laat zien hoe Luther muziek beschouwde als een van Gods grootste geschenken. Muziek dient de lofzang en moet daarom van hoge inhoudelijke en esthetische kwaliteit zijn. Muziek helpt uiting te geven aan de vreugde over het Evangelie, maar ook stem te geven aan gevoelens van schuld en verdriet.
Muziek raakt het gemoed, en dat weet de duivel ook. Daarom is het goed opletten bij wat je zingt. In de bundel studies ”Singen, Beten, Musizieren” komt niet alleen Luthers visie aan bod –opnieuw als ”Theologie der Musik” betiteld– maar ook de invloed die van Luther is uitgegaan. Hier zijn deskundigen aan het woord die in detailstudies laten zien dat de reformatorische traditie altijd een hoge plaats aan muziek in de eredienst heeft toegekend. Zang en muziek –meestal orgelspel– dienen de lof aan God en de opbouw van de gelovige. Daarom moet erop gestudeerd, maar er ook in geïnvesteerd worden. Dat betekent dat er geld voor beschikbaar moet zijn, maar ook dat muziek een plaats in de studie theologie zou moeten hebben. Ik zal dit eens aan mijn rector doorgeven.
Kaal
De calvinistische liturgie is een nogal kaal gebeuren. Alles is op het woord gericht, afgezien van doop- en avondmaalsdiensten valt er niets te beleven. Zingen dient slechts ter onderbreking van andere elementen in de dienst en de kerkgangers voeren het uitdrukkingsloos af als een ritueel. Dat is het beeld dat bij velen bestaat, en er zullen zeker kerkdiensten zijn die dit beeld bevestigen. Toch is het van den beginne niet zo geweest. De Engelse puritein Richard Baxter (1615-1691) dacht heel anders over de protestantse kerkdienst en ontwikkelde volgens de Amerikaanse theoloog Glen J. Segger een ”theologie van de liturgie”.
In zijn interessante boek gaat Segger alle onderdelen van de eredienst zoals die er volgens Baxter uit moest zien, zorgvuldig langs. Hij komt tot de conclusie dat wie Baxter volgt geen saaie dienst meer zal beleven. Niet dat Baxter er een wilde boel van maakte, maar hij vond wel dat de liturgie doordacht moest zijn en beleefd werd. Met betrekking tot de viering van het heilig avondmaal voerde hij een aantal veranderingen door die Segger als „revolutionair” aanmerkt. Ook bij Baxter wordt duidelijk dat liturgie alles met theologie heeft te maken.
Het lijkt of we hiermee weg zijn geraakt van de gemeente en bij de universiteit zijn uitgekomen, maar dat is schijn. Als we tenminste weten waar het de theologie om te doen moet zijn. Dit wordt prachtig weergegeven in het inleidende hoofdstuk van de ”Synopsis Purioris Theologiae”, het indrukwekkende overzicht van de christelijke leer dat vier Nederlandse hoogleraren in 1625 uitgaven en dat nu –eveneens door Nederlandse theologen– weer toegankelijk is gemaakt. Een geweldige klus met een geweldig resultaat.
Hoogste doel
De eer van God is het hoogste doel van de theologie, zo wordt het in dit handboek omschreven. Dat is een zin die niet vaak genoeg herhaald kan worden. Zo’n zin nodigt uit om ook de rest van dit door Brill keurig uitgegeven werk te bestuderen. Elk onderdeel van de leer is volgens de ”Synopsis” gericht op de eer van God en juist daarom moeten we als het om de liturgie gaat die eer voor ogen houden. Goede theologie is daarbij onmisbaar.
Of ”Ere zij God” nu wel of niet gezongen wordt tijdens een kerkdienst, is op zich niet zo belangrijk. Wie zonder dit lied geen kerstfeest kan vieren, zingt er maar rustig op los. Maar wat te zeggen van al die gewone kerkdiensten op gewone zondagen? Doen we wel recht aan Gods eer bij alles wat we in de kerk zingen? En doen we wel recht aan Gods eer als we heel veel niet zingen?
”Hebrew Bible Old Testament. The History of Its Interpretation” deel III/2, Magne Saebo; uitg. Vandenhoeck & Ruprecht, Göttingen; ISBN 978 3 525 54022 0; 778 blz.; € 150; ”Biblia Americana. Volume 4: Ezra-Psalms”, Cotton Mather (Harry Clark Maddux, red.); uitg. Mohr Siebeck, Tübingen; ISBN 978 3 16 152919 8; 886 blz.; € 159; ”Luther’s Theology of Music”, Miikka E. Antilla; uitg. De Gruyter, Berlijn; ISBN 978 3 11 031019 1; 228 blz.; € 89,95; ”Singen, Beten, Musizieren. Theologische Grundlagen der Kirchenmusik”, Jochen M. Arnold/Konrad Küster/Hans Otte (red.); uitg. Vandenhoeck & Ruprecht, Göttingen; ISBN 978 3 8471 0178 9; 254 blz.; € 39,99; ”Richard Baxter’s Reformed Liturgy”, Glen J. Segger; uitg. Ashgate, Aldershot; ISBN 978 1 4094 3694 2; 294 blz.; £ 80; ”Synopsis Purioris Theologiae. Latin Text and English Translation”, Dolf te Velde e.a.; uitg. Brill, Leiden; ISBN 978 90 04 19218 8; 660 blz.; € 119.