Man en vrouw in Bijbels licht
Wat is nu eigenlijk het verschil tussen man en vrouw? Wat het lichamelijke betreft weten we dat wel. Als het om het psychologische gaat wordt het al onduidelijker. Maar hebben man en vrouw ook een verschillende betekenis, taak, bestemming in het leven? Of zijn ze onderling uitwisselbaar en is alleen hun lichaam verschillend?
Het Amerikaanse theologenechtpaar Köstenberger (Andreas is hoogleraar, Margaret docent aan het theologisch seminarie van de Zuidelijke Baptisten) hebben zich gespecialiseerd in vragen met betrekking tot man-zijn en vrouw-zijn in Bijbels perspectief. Ze schreven ”Gods Design for Man and Woman” voor mensen van nu, om een nieuwe generatie te laten zien wat Gods oorspronkelijke bedoeling is met man en vrouw.
Is dit boek dan een herhaling van dingen? Nee. Ten eerste betrekken de schrijvers er volop de vragen bij die in onze tijd spelen. Ten tweede beperken zij zich niet tot een selectie van losse Bijbelgedeelten. Ze proberen het overkoepelende patroon van de hele Bijbel op dit punt naar voren te brengen.
Ze beginnen in Genesis 1-3. Hun uitgangspunt is de scheppingsorde en wat daarmee gebeurd is in de zondeval. Ze weten eenvoudig en helder naar voren te brengen hoe mooi Gods bedoeling met man en vrouw is: niet om hetzelfde te zijn, maar om elkaar aan te vullen. Wel gelijkwaardig, niet gelijk.
Vervolgens komen de Bijbelse geschiedenissen van de patriarchen, priesters, koningen en profeten aan de orde. Vervolgens ook de Heere Jezus, de eerste christenen, Paulus in zijn brieven, en de latere brieven in het Nieuwe Testament. Zelfs de Openbaring van Johannes wordt behandeld; dat is niet gebruikelijk bij dit onderwerp. De auteurs leggen de vinger erbij hoe in de Openbaring zowel Israël als de Kerk alsook de ongelovige wereld wordt voorgesteld met het symbool van een vrouw: de vrouw bekleed met zon, maan en sterren; de bruid van het Lam; de grote hoer. Tegelijk wordt, in lijn met de gehele Bijbel, het mannelijk leiderschap benadrukt: met aandacht voor de leiders van de twaalf stammen tot de twaalf apostelen.
Duidelijk wordt hoe er na de zondeval grote verwording plaatsheeft in de verhouding tussen man en vrouw. Duidelijk wordt ook hoe de Heere Jezus (Die wel man en vrouw dezelfde genade brengt, maar geen vrouw tot apostel roept) en de apostel Paulus (met zijn onderwijs over man en vrouw) geheel in lijn zijn met de scheppingsorde. De Heere Jezus (en Zijn apostelen na Hem) blijkt Zijn gelovigen terug te leiden naar het vrouw- en man-zijn zoals het bij de schepping door God is bedoeld. Waarbij de man als het hoofd tot leidinggeven is geroepen. Om in liefde alleen het goede te zoeken voor degenen die aan hem zijn toevertrouwd. De vrouw is geroepen de man aan te vullen, met al haar gaven en talenten, en vindt haar bestemming juist in het zich geven aan de man. Vandaar dat geen vrouw priester kon worden in het Oude Testament, geen apostel in het Nieuwe Testament en geen ambtsdrager in de kerk der eeuwen. Dat is geen discriminatie, maar de rijke ordening van God waarin man en vrouw niet hetzelfde zijn, maar elkaar aanvullen.
In het boek is dus de scheppingsorde de rode draad. God heeft bij de schepping prachtig het ontwerp voor man en vrouw gemaakt. Daar brengt Christus Zijn gelovigen weer naar terug.
De beide schrijvers geven tegelijk ruime aandacht aan de vragen die dit oproept. Onze cultuur is vervuld van de gelijkheidsgedachte. Daarin wordt de Bijbelse visie als onbegrijpelijk en –wat erger is– als oneerlijk ervaren. Deze visie zou het Evangelie in een discriminerend licht kunnen stellen. Toch menen de schrijvers dat de kerk niet om die reden moet toegeven aan de cultuur, maar moet vasthouden aan Gods ordening en aan de cultuur duidelijk moet maken hoe de ordening van God juist het mooiste en rijkste voor de mens is.
Tegelijk ervaren de schrijvers dat ook in hun eigen evangelicale kring er stemmen zijn die meer vanuit de gelijkheidsgedachte over man en vrouw willen denken. Hoe rijmen zij dat met de Bijbel? Men gebruikt dan hermeneutische regels (hermeneutiek is de wetenschap over de uitleg van de Bijbel) waardoor een tekst ineens wat anders kan gaan bedoelen dan men altijd dacht. De Köstenbergers bestrijden dit vurig. Ze geven aan dat hermeneutiek de intentie moet hebben de tekst te laten zeggen wat er bedoeld is, niet wat je er zelf uit wilt halen omdat het beter bij deze tijd past. Hun aanwijzingen voor exegese die recht doet aan de intentie van de a(A)uteur zijn nuttig en goed. Toch hadden de vragen van de hermeneutiek breder en intenser besproken moeten worden. In ieder geval spelen die vragen in ons deel van de wereld een grote, zelfs indringende rol. Dan had het boek duidelijk aan kracht gewonnen.
Hoe dit boek te waarderen? Om te beginnen is opvallend dat getracht wordt een nieuwe generatie ervan te overtuigen hoe heilzaam het is om als man en vrouw naar Gods bedoeling te leven. Er is geen sprake van een zich neerleggen bij de cultuur vanuit de gedachte dat er toch niets meer tegen te doen is. Met overtuiging en vuur wordt er een weg gewezen om –tegen de huidige cultuur in– vast te houden aan Gods bedoeling en dit ook in je leven toe te passen. Voor de schrijvers is het helder: zodra je bij Christus gaat horen, heeft Hij alles over je te zeggen. Dan leert Hij je ook hoe je als man en vrouw dient te leven; dat heeft niet de cultuur waarin je leeft te bepalen. Anders gezegd: het hoort bij navolging, discipelschap om als man de verantwoordelijkheid te nemen en leiding te geven in liefde, en als vrouw om je aan je man te wijden. Het hoort bij discipelschap om geen vrouw in het ambt te hebben.
Wat ook in het boek opvalt is de poging om de vragen over de vrouw in het ambt, over man en vrouw in het huwelijk en in de maatschappij met elkaar te verbinden. Deze zaken kunnen niet los van elkaar worden bezien, want ze hebben allemaal te maken met de scheppingsorde. De schrijvers willen vanuit de scheppingsorde een christelijke totaalvisie ontwerpen als het gaat om man en vrouw, in alle levensverbanden. Feitelijk betekent dat: er kan geen beslissing worden genomen over de vrouw in het ambt als niet eerst grondig is onderzocht wat Gods bedoeling is met man en vrouw. Maar je moet ook niet alleen tegen de vrouw in het ambt zijn zonder ook te vragen wat Gods bedoeling is met man en vrouw in huwelijk, huis, bedrijf enzovoort. Het gaat om een wijze van leven die alles omvat.
Het lijkt wel alsof er in Nederland, zowel in evangelische als in reformatorische kring, op het vlak van man en vrouw een zekere matheid heerst die wat schril afsteekt bij de vurigheid van dit bestudeerde Amerikaanse echtpaar. Op academisch niveau de Bijbelse visie op man en vrouw uitdragen en daarbij de moderne discussies rond gender aangaan en verwerken: waar is dat in Nederland te vinden? Zou het niet een geweldige zaak zijn als een Bijbelgetrouw theoloog met een academische positie in ons land de man-vrouwverhouding zou onderzoeken tegenover de culturele ontwikkelingen, het nieuwe genderonderzoek et cetera? En dat toegepast op huwelijk, gezin, werk, maatschappij en ambt? Wat zouden zowel de gereformeerde gezindte als de evangelischen hier veel baat bij hebben. Het zou zeer in een behoefte voorzien.
Boekgegevens
Gods Design for Man and Woman, Andreas J. Köstenberger en Margaret E. Köstenberger; uitg. Crossway, Wheaton, 2014; ISBN 978 1 4335 3699 1; 380 blz.; $ 22,99.