Drommen kerkgangers op de Boezemsingel
Door de kille nevel die als een deken over de stad hangt, lijkt het nog stiller dan het eigenlijk is op deze winterse zondagmorgen in 1958. De witte waas dempt de geluiden die er klinken in de Maasstad. Een hond die blaft, het geluid van de banden van een enkele fietser op de weg, de stappen van een voetganger. Nog even is het stil.
De Koninginnekerk, de Wilhelminakerk, de Mathenesserkerk, de Statensingelkerk, de kerk aan het Mijnsherenplein, die aan de Coloniastraat – bedehuizen als deze hebben het gezicht van Rotterdam lange tijd (mede) bepaald. Zéker op zondag, als drommen mensen door de straten van de Maasstad trokken, op weg naar hun kerk. Een deel van deze gebouwen is allang met de grond gelijkgemaakt; andere bestaan nog, maar kregen een andere bestemming, die van moskee bijvoorbeeld.Tal van Rotterdammers verhuisden in de loop der jaren naar elders. Vergeten doen de meesten hun stad echter nooit. In deze serie artikelen komen ‘oud’ en ‘nieuw’ samen: ”Rotterdam toen” en ”Rotterdam nu”.
Dan scheurt de klok van de Koninginnekerk de zondagmorgenrust aan stukken. Bewust. Het is tijd om naar de kerk te gaan. Naar de kerkén, want Rotterdam telt er, een decennium na de Tweede Wereldoorlog, tientallen. Hervormden, gereformeerden, bevindelijk gereformeerden in soorten en maten: allemaal hebben ze hun bedehuizen. Tempels soms. Met hoge torens, imposante orgels en galerijen die zondag aan zondag zuchten onder de last van de kerkgangers.
Architectonische hoogstandjes. Zoals de Koninginnekerk, de trots van de vele tienduizenden hervormden die de stad telt. Of de Wilhelminakerk en de Statensingelkerk. Mensenpakhuizen, zoals de wieg van de Gereformeerde Gemeenten, de Boezemsingelkerk, die in de volksmond bijna liefkozend De Boezem wordt genoemd. Officieel telt die kerk, sinds de laatste uitbreiding in 1928, een kleine 1800 zitplaatsen. Maar niet zelden bezetten méér mensen er de banken en planken. Dan zijn ook de zogenoemde pilaarplaatsen –een zitplek vanwaar je de kansel niet kunt zien en de voorganger alleen maar kunt horen– bezet. En niet te vergeten de uitschuifbanken, die niet meer zijn dan een houten plank waarop gezeten kan worden en een nog smallere plank die als rugleuning dient.
De wieg van de Gereformeerde Gemeenten aan de Boezemsingel, tot twee keer toe gediend door ds. G. H. Kersten, is trouwens allang niet meer het enige bedehuis van het kerkverband in Rotterdam. De gemeente in Rotterdam-Zuid is met 3125 leden en doopleden een kop groter dan haar zusterkerk aan de Boezemsingel, die 2743 leden telt.
En dan zijn er nog gemeenten in Rotterdam-West en IJsselmonde. In totaal telt het kerkverband in de Maasstad 6852 zielen en is daarmee veruit de grootste gemeente –opgesplitst in meerdere zelfstandige gemeenten– van het land.
Kolkende drukte
Het luiden van de klokken heeft effect. Overal gaan de deuren open en spoeden hele gezinnen zich naar het eigen kerkgebouw. Het is koud, maar in de kerken zal het snel aangenaam zijn als de honderden kerkgangers het gebouw opwarmen door alleen maar lichamelijk aanwezig te zijn.
Wie de stad van bovenaf zou bezien, zou verbaasd zijn over hoe snel het geroep van kerkklokken een stadsbeeld kan veranderen. Van stilte naar kolkende drukte. Maar lang duurt die drukte niet. Even vullen de brede straten zich met het lopende kerkvolk. Hier en daar fietsen er een paar naar hun kerk, auto’s zijn er amper. Bij De Boezem kunnen de kerkgangers, die per stalen ros zijn gearriveerd, hun rijwiel stallen in de inpandige garage van de fabriek van Van Rossem’s Troost tabakswaren. De tabaksmaker weet z’n klanten zo zelfs op de zondag te bedienen.
De Boezemsingelkerk staat trouwens wat weggedrukt achter het woonhuis waarin ds. Kersten al ruim voor de oorlog de Theologische School vestigde. Hier worden de predikanten opgeleid voor het kerkverband. En hier vergadert ook ieder jaar het curatorium over de toelating van de mannelijke kerkleden die zich via hun plaatselijke gemeente hebben aangemeld om toegelaten te worden tot de evangeliebediening, zoals het officieel heet.
Wat het kerkgebouw betreft: al vele jaren wordt er geworsteld met de ruimte. Want veel plek voor uitbreiding was en is er niet. Bij de ingebruikname van de verbouwde kerk op 23 februari 1928 zei ds. Kersten dat er al veel langer plannen waren tot uitbreiding van het gebouw, maar dat de vergroting steeds niet meer dan 400 plaatsen aan het bestaande aantal zitplaatsen zou toevoegen. En dat was te weinig voor de snel uitdijende gemeente „weshalve tot deze groote verbouwing te overgegaan”, aldus het verslag van de dienst in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 24 februari.
Ds. Kersten preekt bij de ingebruikname uit Jesaja 33:20 en 21: „Schouwt Sion aan, de stad onzer bijeenkomsten; uw ogen zullen Jeruzalem zien, een geruste woonplaats, een tent, die niet ter neder geworpen zal worden, welker pinnen in der eeuwigheid niet zullen uitgetogen worden, en van welker zelen geen zullen verscheurd worden. Maar de Heere zal aldaar bij ons heerlijk zijn, het zal zijn een plaats van rivieren, van wijde stromen; geen roeischuit zal daar doorvaren en geen treffelijk schip zal daar overvaren.”
Er waren wel kerkgangers die –nee, dat zeiden ze natuurlijk niet hardop– vooral de zin over de plaats van rivieren en wijde stromen rechtstreeks op Rotterdam betrokken. Was deze stad met z’n vele duizenden gereformeerde belijders ook niet een klein beetje een Jeruzalem?
Deze ochtend preekt de nog niet zo lang geleden aan de gemeente van de Boezemsingelkerk verbonden ds. A. Vergunst. Omdat de koster druk doende is iedereen een plaats te geven, staan de deuren van de kerk nog open en waaieren orgelklanken uit over de straat. Dan zet de gemeente in. Gedragen, eerst ietwat aarzelend, maar al snel vol en breed. Het gezang stuwt door ramen en deuren de straat op. Massief en verdicht vlak bij de kerk, ijl en verdund verderop.
Dan sluit de koster de toegangsdeuren en neemt gaandeweg de stilte weer bezit van de straat.
Koninginnekerk
Iets verderop, op de hoek Boezemsingel/Goudse Rijweg, staan de deuren van de Koninginnekerk nog open. Ook hier orgelmuziek. Ds. W. L. Tukker gaat voor en het gebouw, dat zo’n 1750 zitplaatsen telt, zit overvol. Uit de hele stad zijn veel gereformeerdebonders naar de Koninginnekerk gekomen. Ds. Tukker zelf maakt op de zondagen trouwens principieel nooit gebruik van auto, fiets of openbaar vervoer. Omdat hij, als een van de hervormde predikanten in Rotterdam, steeds in een andere wijkkerk voorgaat, betekent dat een wandeling van maximaal 18 kilometer voor de voorganger, zo wordt er gezegd. Zijn preken zijn er trouwens niet minder om, klinkt het onder het kerkvolk.
Het is trouwens een wonder te noemen dat deze monumentale kerk, gebouwd in 1907, er nog zo ongeschonden staat, aan de rand van het Rotterdamse stadscentrum dat in 1940 door de nazi’s werd gebombardeerd. Het had niet veel gescheeld of het gebouw met de twee trotse en met koper bedekte fronttorens van elk 55 meter hoog, was ook ten slachtoffer gevallen aan het oorlogsgeweld. Maar omdat de kerk bleef staan, konden gedurende de oorlogsjaren tientallen Joden een schuilplaats vinden in de torens.
Een zeer verlate kerkganger loopt nog snel de openstaande deur binnen terwijl binnen het gezang aanzwelt. Het tempo van de gemeentezang ligt hier iets hoger dan in De Boezem. Het orgel van Steenkuyl baant de weg voor de zingende gemeente.
Als het 6e couplet van Psalm 86 wordt ingezet, sluit de koster de grote toegangsdeuren. Maar buiten is toch goed te horen hoe de organist midden in het psalmvers moduleert en de duizendkoppige menigte optilt en meeneemt in het zingen op een verhoogde toon.
Heer’, mijn God, ik zal U loven,
Heffen ’t ganse hart naar boven;
’k Zal Uw Naam en Majesteit
eren tot in eeuwigheid.
Dan vangt binnen de dienst aan en neemt de rust ook hier weer bezit van de straat. Voor anderhalf uur.
Wilhelminakerk
De trotse Wilhelminakerk, evenals de Koninginnekerk genoemd naar koningin Wilhelmina, wordt op deze zondag iets minder bezocht. Van de tienduizenden hervormden zijn er nogal wat kaartenbakleden en langzaam begint in Rotterdam steeds duidelijker een woord te klinken dat ze in het achterland eigenlijk nog helemaal niet kennen: secularisatie. Het leven wordt losser, de zeden verwilderen.
Even leek het einde van de oorlog ook de Rotterdammers weer terug te brengen in de kerk. Maar naarmate de vrijheid langer duurt en het moderne leven in deze wereldhaven steeds meer ingang vindt, doet voor veel mensen de kerk er niet meer zo toe.
Gisteren, op zaterdagavond, zat de Wilhelminakerk trouwens wel vol. Organist Feike Asma gaf er een orgelconcert en dat is een verantwoorde besteding van de zaterdagavond. Waar moet je als jongere trouwens anders leeftijdsgenoten van het andere geslacht ontmoeten als er geen avond van de jeugdvereniging is? Als thuis onder het avondeten de naam „Feike” valt, zullen vader en moeder niet zo snel een uitgaansverbod uitvaardigen. Pa denkt er zelfs over om óók te gaan.
Want wie beroert de toetsen zoals Feike Asma? Wie weet de pijpen zo tot juichen te brengen als hij? Laat ze toch smalen dat het orgelspel van Asma niet anders is dan astmatisch gehijg. De liefhebber weet wel beter en laat zich graag meevoeren op een persoonlijke improvisatie van de maestro over Psalm 77:7:
’k Zal gedenken, hoe voor dezen,
ons de Heer’ heeft gunst bewezen.
Altaar
Ginds staat de op het eerste oog wat vormloze hervormde Mathenesserkerk, waar tien jaar geleden ds. H. G. Abma werd bevestigd. Vaak is het gebouw te klein voor de menigte kerkgangers en is het niet ongebruikelijk dat de voorgaande predikant halverwege de dienst de zittende kerkgangers vraagt hun zitplaats voor de rest van de dienst af te staan aan de staande kerkgangers die geen zitplaats meer konden bemachtigen.
In het historische Delfshaven staat niet alleen de monumentale Pelgrimsvaderskerk, maar in deze wijk van de stad kerkt ook de grootste van de zeven gemeenten die de Christelijke Gereformeerde Kerken in Rotterdam tellen. Op Coloniastraat 25 zijn de deuren van het kerkgebouw allang gesloten. Aan de buitenkant verraadt het gebouw de eenvoud die christelijke gereformeerden eigen is. Een simpel, bakstenen gebouw dat gewoon ingemetseld staat tussen de overige bebouwing. Drie grote toegangsdeuren aan de straatkant, daarboven zeven smalle boogramen en daar weer boven een groot, rond venster. Bijbelse getallensymboliek van architect Hendrik Sutterland?
Binnen in de hal een waarschuwing uit Prediker 4: „Bewaar uw voet als gij ten huize Gods ingaat.” Oftewel: je betreedt hier niet zomaar een gebouw, dit is een huis van God en daar past eerbied.
In de grote kerkzaal, waar zo’n duizend mensen een zitplaats kunnen vinden, eist direct de kansel alle aandacht op. Hij is gebouwd van rode bakstenen in de vorm van een altaar. Verzoening, daar gaat het om onder dit dak.
Aan de Noordsingel in de stad staat trouwens nog een grote christelijke gereformeerde kerk, de Rehobothkerk. Het is juist de Noordsingel die de meeste Rotterdammers associëren met het grote gevangeniscomplex dat hier staat. Maar in de Rehobothkerk gaat het iedere zondag juist over bevríjding van gevangenen.
Overschie
En dan is er, om niet veel meer te noemen, nog Overschie. Een dorp eigenlijk, maar volledig in de wurggreep van grote broer Rotterdam. Gedomineerd door de toren van de Grote Kerk met zijn karakteristieke spits. De toren is trouwens herbouwd nadat in 1899 een brand zowel kerk als toren volledig in de as legde.
De kerk werd niet in originele stijl herbouwd. De architect van de Koninginnekerk en de Wilhelminakerk, Barend Hooijkaas, ontwierp op zijn tekentafel een magistrale, brede kruiskerk die de inwoners van Overschie het water in de mond deed lopen. Dát moest hem worden.
Grote boogramen doen het daglicht naar binnen stromen als was het water uit de Schie, die precies langs het kerkgebouw loopt. Meer dan 1200 mensen kunnen een plaatsje vinden onder het hoge dak.
Iets verderop, in Lokaal Overschie, gelegen aan dezelfde straat waaraan ook de triomfalistische hervormde kerk staat, komt trouwens iedere zondag een kleine kudde christelijke gereformeerden om 10.00 en 17.00 uur bij elkaar.
Oecumene
Terug naar de Boezemsingel. De Koninginnekerk gaat net uit. Als een bruisende rivier stroomt een deel van het kerkvolk de Boezemsingel op. Daar lopen de hervormde kerkgangers in de armen van de kerkgangers die net De Boezem hebben verlaten. De oecumene is, voor het niet-kerkelijke oog, volledig.
De kerk neemt de straat over, en niet alleen in dit deel van de stad. Ook elders vloeien gereformeerden, hervormden, christelijke gereformeerden, leden van de gereformeerde gemeenten en gereformeerde gemeenten in Nederland samen met tal van anderen die horen bij vrije groepen of op zichzelf staande kerken door de straten. Als was wereldhavenstad Rotterdam niet meer dan een delta van kerkgangers.
Dan, na een kwartiertje, verdunt de stroom zich. Hier nog een gezin, daar nog twee kerkgangers.
Ginds wordt een oude man met wandelstok ingehaald door een groepje luidruchtige knapen. Zij waren het die op de galerij onder het zingen zaten te praten. Hij heft z’n stok, roept wat, wil hen vermanen, maar ze zijn al weg.
Dan sluit de zondagstilte zich weer. Straks, aan het einde van de middag pas, komt Rotterdam weer tot leven. Als de 3000 kilo zware klok van de Koninginnekerk, waarop de woorden staan: „Jezus roept u, hoort Zijn stem!”, samen met al die andere klokken zal oproepen tot een hernieuwde kerkgang.
„Koninginnekerk R’dam mooiste gesloopte kerk” (Reformatorisch Dagblad, 14-03-2013)
De laatste preek in de Wilhelminakerk (Reformatorisch Dagblad, 20-10-2012)
Sluiting kerkgebouw Rotterdam-Zuid op 29 september 2004 (De Saambinder, 18-11-2004)
GG Rotterdam-Zuid gaat verhuizen (Reformatorisch Dagblad, 18-04-2002)
Herinneringen aan de Boezemsingel : Rotterdamse straat is voor generaties predikanten onvergetelijk (Reformatorisch Dagblad, 31-07-1999)
Geref. gemeenten Rotterdam-Centrum en -West gaan samen (Reformatorisch Dagblad, 18-09-1998)
Boezemsingel-kerk herdenkt 150-jarig jubileum met dienst (Reformatorisch Dagblad, 19-01-1994)
Wilhelminakerk goed bezet bij laatste kerkdienst (Reformatorisch Dagblad, 17-10-1972)
Sionkerk in Rotterdam zelfstandig (Reformatorisch Dagblad, 07-01-1972)
Kleine kerkhistorie van Rotterdam (Kerkhistorische kroniek, 01-12-1969)
Nieuw kerkgebouw te Rotterdam-West (De Saambinder, 31-12-1953)
Institueering Ger. Gemeente Rotterdam-West (De Saambinder, 23-01-1947)
Mathenesserkerk te Delfshaven ingewijd (De Waarheidsvriend, 24-12-1931)
Nieuw kerkgebouw der Geref. Gem. te Rotterdam-Zuid in gebruik genomen (De Saambinder, 24-01-1929)