Crooswijk, geen lusthof, wel een rusthof
Géén lusthof, wel een rusthof. Hoewel, de opzet en latere uitbreidingen van de sinds juli 1832 bestaande begraafplaats Crooswijk in Rotterdam hadden als achterliggende gedachte om van deze dodenakker ook een parkachtig geheel te maken. De twee wegen ernaartoe heten echter geen Lusthoflaan, maar Rusthoflaan en Kerkhoflaan.
Stichting Machpela beijvert zich om de laatste rustplaats van predikanten uit de gereformeerde gezindte voor ruiming te bewaren. Soms gaat men her en der rigoureus en weinig respectvol over tot het ‘schudden’ van graven en vernietiging van grafstenen. Wettelijk geldt voor algemene graven een termijn van minimaal tien jaar. Daarna kan het snel gedaan zijn met de grafrust.
Tegenstanders van Stichting Machpela beroepen zich wel op het Bijbelwoord: „En haar plaats kent haar niet meer”, en zeggen vervolgens dat we de Levende niet bij de doden moeten zoeken en dat we het geld beter aan noodhulp kunnen afstaan. We lezen echter op een aantal plaatsen in Gods Woord ook over erfbegraafplaatsen. Daar wijst ook de naam van de stichting op: Abraham kocht van Efron de spelonk van Machpéla „tot een erfbegrafenis.” In de Bijbel is er sprake van koningsgraven en familiegraven. We lezen bijvoorbeeld dat de koningen Joram en Ahazia werden begraven in het graf „bij hun vaderen.”
Stichting Machpela heeft een aantal graven dat met ruiming werd bedreigd in beheer of eigendom genomen. Eveneens zijn er enkele grafstenen gerestaureerd of zelfs vernieuwd. Dat doet deze stichting uitsluitend als er geen nakomelingen of familiebetrekkingen meer zijn, of als deze niet langer prijs stellen op het in stand houden van een laatste rustplaats. Ook worden kerkelijke gemeenten waaraan de overledene verbonden was, benaderd met het verzoek het graf over te nemen of een bijdrage aan de stichting te verstrekken.
Op Crooswijk werden bekende predikanten begraven: C. van den Oever, D. B. van Smalen, G. H. Kersten, H. Ligtenberg, D. C. Overduin, L. Rijksen en tegenover hem zijn zoon H. Rijksen, dr. J. H. Landwehr (biograaf van ds. L. G. C. Ledeboer), G. Bouwmeester en prof. dr. P. A. E. Sillevis Smitt.
De rechten van het met ruiming bedreigde graf van ds. Kersten konden vlak voordat de fraaie zerk met opengeslagen Bijbel (geschenk van de gemeenteleden) zou worden vergruisd, door de gereformeerde gemeente van Rotterdam-Centrum met dertig jaar worden verlengd. De grafzerk die het stof dekt van ds. Van Smalen (1830-1922) is door de stichting gerestaureerd en aangekocht.
Het eersteklasgraf van ds. Van den Oever (1802-1877) is begin 1904 geruimd. Toen bestond Stichting Machpela nog niet.