„Gezant Allah kan geen wrede dood sterven”
AMSTERDAM. Jezus, als het Woord van God, kan aan moslims op dezelfde wijze worden uitgelegd als de islam de Koran uitlegt. Zoals Jezus mens werd, zo is voor de islam de Koran de aanwezigheid van Allah op aarde.
Dat schrijft Wahju Satria Wibowo in zijn proefschrift ”Jesus as Kurban. Christology in the Context of Islam in Indonesia”, dat hij dinsdag verdedigde aan de faculteit godgeleerdheid van de Vrije Universiteit in Amsterdam.
De islam gaat ervan uit dat de Koran het „Woord van God” (Allah) is, dat vorm kreeg in een boek. Daar tegenover is Jezus het Woord van God dat vorm kreeg in de gestalte van een mens, stelt Wibowo met de islamitische theoloog J. B. Banawiratma. Wibowo: „Middels zulke inzichten hoopt Banawiratma, dat de islamitische gemeenschap Jezus gemakkelijker begrijpt, op soortgelijke wijze als de christenen dat zelf doen.”
In zijn proefschrift gaat Wibowo in op de christologie van islamgeleerden in Indonesië. Hij wil daarbij vooral het theologische denken over Jezus als zogeheten ”kurban” benadrukken. Een kurban is in het Indonesisch iets dat opzettelijk wordt geofferd voor een bepaald doel, maar kan ook verwijzen naar een slachtoffer van een bepaalde gebeurtenis, zoals een verkeersongeval. Wibowo hanteert de term uitsluitend in de eerste betekenis.
In tegenstelling tot het christendom erkent de islam de kruisdood van Christus als zoenoffer niet in de zin dat Hij als gezant van God gestorven is. Een gezant van Allah kan onmogelijk een wrede dood sterven, menen de meeste moslimtheologen. Velen van hen stellen daarom dat er iemand in plaats van Jezus (Isa, zoals Hij in de Koran wordt genoemd) gestorven is.
De jihadi is volgens de promovendus niet alleen „degene die de wapens opneemt en geweld gebruikt tegen zijn vijand, maar ook degene die zachtmoedig is, zijn begeerten beteugelt en een godvruchtig leven leidt.” Door Jezus voor te stellen als „kurban die de jihad verricht door te wandelen in de wegen van God, kan de moslimgemeenschap hopelijk een beeld van Jezus krijgen dat vriendelijker is en meer open. Een beeld dat niet uitsluitend is en armen bevrijdt; niet een beeld, dat steeds de wens koestert om anderen te verslaan.”
De voorstelling van Jezus als kurban kan volgens hem leiden tot een theologisch denken over zelfopoffering. „Wat nu plaatsvindt, is het opofferen van anderen ten behoeve van het eigenbelang.”