Dat heeft de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, dinsdag gezegd aan het eind van een tweedaags bezoek aan Moskou.

In een interview met de radiozender Echo Moskvy zei Powell dat de „tijdelijke bases” die de Verenigde Staten in voormalige Warschaupactlanden willen inrichten niet te vergelijken zijn met de grote complexen die zij in de Koude Oorlog in Europa hadden. Het zou vooral om trainingsfaciliteiten en luchtmachtbases gaan. Russen die denken dat het inrichten van Amerikaanse bases in Oost-Europa tegen hen gericht is, vergissen zich, aldus Powell.

NAVO-lidstaat Polen en de twee toekomstige lidstaten Bulgarije en Roemenië worden genoemd als landen waar mogelijk Amerikaanse bases komen. Powell zei te begrijpen dat Rusland zich zorgen maakt over de oostwaartse beweging van Amerikaanse troepen sinds de Koude Oorlog, toen er zo’n 300.000 Amerikaanse troepen op het continent waren gestationeerd. Maar hij verzekerde dat het aantal Amerikaanse soldaten in Europa op dit moment ver onder de 100.000 ligt en dat daar geen enkele dreiging van uitgaat.

Kort voor zijn vertrek naar Washington sprak Powell nog kort met afgevaardigden van een aantal onafhankelijke maatschappelijke organisaties. De afgevaardigden vroegen hem waarom de VS zo weinig kritiek hebben op het Russische beleid in Tsjetsjenië. Powell antwoordde daarop dat Amerikaanse diplomaten de Russische regering hebben opgeroepen de mensenrechten in Tsjetsjenië in acht te nemen en een politieke oplossing voor het conflict in de separatistische deelrepubliek te vinden. Maar hij zei dat de VS ook erkennen dat er zich in Tsjetsjenië terroristen bevinden en dat het conflict een binnenlandse aangelegenheid van Rusland is.