„Die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.”

„Christus heeft ons liefgehad, en heeft Zichzelf voor ons overgegeven” (Efeze 5:2). Kan iemand dan denken dat Christus, als Hij de arbeid van Zijn ziel tot Zich ziet komen, die mens dan zal uitwerpen? Het zou godslastering zijn om dat te durven beweren. Nee, Hij verheugt Zich als Hij de vruchten ziet van Zijn zware lijden tot in de dood. Dit was voorzegd, in samenhang met de indrukwekkende beschrijving van Zijn lijden en sterven: „Om de arbeid Zijner ziel zal Hij het zien en verzadigd worden” (Jesaja 53:11).

Nog eens, de Heilige Geest is de macht die mensen overtuigt van zonde en hen tot Christus brengt. Deze Heilige Geest wordt door de Vader en de Zoon gezonden om het werk te voltooien. Als dat werk gereed is, als een ziel bereidwillig geworden is om zijn nek te buigen onder het zachte juk van Christus, zal Hij die ziel dan uitwerpen? Onmogelijk! Niets minder dan de eer en roem van de Verlosser staat hier op het spel.

In geen enkele zaak op aarde wordt God zo verheerlijkt als in de bekering van een zondaar. Er is blijdschap in de hemel over één zondaar die zich bekeert (Lukas 15:7).

Archibald Alexander, hoogleraar te Princeton (”National Preacher”, 1829)