De informatie speelt een rol in de procedure tegen voormalig Dutchbatcommandant Thom Karremans en twee toenmalige collega’s. Nabestaanden van slachtoffers vinden dat zij alsnog moeten worden vervolgd voor hun rol in de val van Srebrenica.

De betrokken rechters willen voor 1 januari het proces-verbaal hebben met de resultaten van het onderzoek naar het verdwenen rolletje. Ook willen de rechters inzage in persoonlijke gesprekken met de betrokken militairen na de val van de enclave, het zogeheten Feitenrelaas debriefing Srebrenica. Het hof heropent het onderzoek daarom in de procedure. Het is daardoor nog onduidelijk wanneer een beslissing valt over de mogelijke vervolging van Karremans.

Karremans moet zich verdedigen tegen beschuldigingen dat hij medeplichtig is aan moord, oorlogsmisdaden en volkerenmoord na de val van Srebrenica in 1995. Toen werden ondanks de aanwezigheid van de Nederlandse militairen van Dutchbat die onder zijn leiding stonden, duizenden moslimmannen vermoord door Bosnische Serviërs.

Een van de advocaten van Karremans en zijn adjudant Berend Oosterveen, Michael Ruperti, werkte destijds als jurist bij het OM. De militairen hebben het rolletje volgens hem veiliggesteld en daarna overgedragen aan de toenmalige Militaire Inlichtingendienst (MID). Daarna is het rolletje ‘onbruikbaar geworden’, aldus Ruperti. Er zijn veel vreemde dingen gebeurd, meent hij. „Het rolletje was van het merk Fuji en het onderzoeksteam van de marechaussee werd het Kodakteam genoemd. Curieus.”

Hij en zijn medeadvocaat Geert-Jan Knoops vinden het extra onderzoek van het hof „een goede ontwikkeling”. „Uiteraard moeten onze cliënten niet worden vervolgd. Eventuele strafrechtelijke verantwoordelijkheden horen bij de politiek en de militaire top, onder wie diverse VN-generaals die verantwoordelijk waren.”