Nederlander tankt goedkoper dankzij de lage olieprijs
AMSTERDAM. Automobilisten en andere weggebruikers profiteren steeds meer van de lage olieprijzen op de wereldmarkt. Noordzeeolie kostte begin juni 114 dollar (92,5 euro) per vat, nu zo’n 70 dollar.
Het kostte enige tijd voordat de consument daar echt iets van merkte aan de pomp. Maar de effecten zijn er nu wel.
Begin dit jaar kostte een liter euro loodvrij bijna 1,90 euro, nu is de adviesprijs langs de snelwegen 1,69 euro. Binnen de bebouwde kom betaalt de weggebruiker nog minder: gemiddeld 1,58 euro per liter. Ook de dieselprijs is met een adviesprijs van 1,39 euro op dit moment flink lager dan enkele maanden geleden.
Consumentencollectief UnitedConsumers verwacht dat de prijzen aan de pomp de komende tijd nog verder zullen dalen. „De olieprijs is nu zo’n 70 dollar per vat. De prijs van een liter benzine exclusief belastingen is 70 eurocent. Als je dat doorrekent, zou elke dollar minder per vat leiden tot 1 cent minder per liter aan de pomp”, rekent directeur Paul van Selms van het collectief voor.
De olieprijs is gedaald als gevolg van een verminderde vraag naar energie wereldwijd. Dat heeft weer te maken met onder meer de stagnerende groei van de Chinese economie. Daarnaast zijn de Verenigde Staten meer olie uit schaliegas gaan winnen.
De organisatie van olieproducerende landen OPEC besloot vorige week de olieproductie ongewijzigd te laten. „Dat besluit is belangrijk”, zegt Van Selms. „De OPEC-landen hadden de daling kunnen beperken door minder te gaan produceren, maar deden dat niet. De controle op de olieprijzen is daarmee weg.”
Een van de belangrijkste olieproducerende landen is Saudi-Arabië. Het land drijft voor zijn overheidsinkomsten voor 90 procent op de export van olie. Om de begroting in balans te houden, is een olieprijs per vat van 90 dollar nodig. Maar nu de prijs is gedaald tot onder de 70 dollar, dreigt er een overheidstekort.
Dat het effect van de dalende olieprijs vertraagd merkbaar is aan de benzinepomp in Nederland heeft verschillende oorzaken. Allereerst moeten de oliemaatschappijen hun dure voorraden opmaken. Verder speelt de wisselkoers van de euro ten opzichte van de dollar een belangrijke rol. Ruwe olie wordt in dollars betaald. Sinds de zomer is de waarde van de euro ten opzichte van de dollar fors gedaald, waardoor de prijs van ruwe olie in Europa relatief hoog bleef.
Een derde aspect zijn de belastingen. In Nederland bestaat ongeveer twee derde van de benzineprijs en de helft van de dieselprijs uit accijns en belasting. Dat zorgt ervoor dat schommelingen in de prijs van ruwe olie nooit in diezelfde mate kunnen doorwerken in de prijzen aan de pomp. De prijs van een liter benzine bestaat voor 17 procent uit btw en voor 42 procent uit accijns. De productiekosten bedragen 29 procent. Onder de rest valt onder meer de winstmarge voor de exploitant van het tankstation.
Volgens UnitedConsumers, dat de gemiddelde adviesprijzen voor brandstoffen bijhoudt, pakken de dalende prijzen gunstig uit voor de consument. Van Selms: „Met elk dubbeltje dat de pompprijs per liter zakt, bespaart een automobilist gemiddeld ongeveer 100 euro per jaar.”