Roggenplaat blijft nog jaren rustplaats voor trekvogel en zeehonden
BURGH-HAAMSTEDE. De Roggenplaat bij het Zeeuwse Burgh-Haamstede kan straks weer tot 2050 mee, verwacht voorzitter Siebe Kramer van het Nationaal Park Oosterschelde, nu besloten is dat dit wad in de Oosterschelde met ruim 1,5 miljoen kuub zand wordt opgehoogd.
Tienduizenden trekvogels en tientallen zeehonden blijven nu verzekerd van een onmisbaar voedsel- en rustgebied in het grootste en natste nationaal park van Nederland. Kramer: „Gelukkig heeft ook minister Schultz ingezien dat de Zeeuwen de Roggenplaat van bijzondere waarde vinden.”
Twee weken geleden maakte minister Schultz van Infrastructuur en Milieu bekend dat haar ministerie maximaal 6,3 miljoen euro bijdraagt aan de zandsuppletie, die in totaal ruim 12 miljoen euro kost. Het ministerie van Economische Zaken draagt bij in de kosten. Ook de provincie Zeeland, de Oosterscheldegemeenten, Natuurmonumenten en Het Zeeuwse Landschap betalen mee. Daarnaast heeft een inzamelingsactie in Zeeland 13.000 euro opgeleverd. „De minister zei steeds dat zij geen geld had. Zij is er nu kennelijk toch van onder de indruk geraakt dat de Zeeuwen met die inzamelingsactie hebben laten zien de plaat een warm hart toe te dragen”, aldus Kramer.
Volgens Björn van den Boom, belangenbehartiger zuidwestelijke delta van Natuurmonumenten, is er de afgelopen jaren „al een dikke meter zand verdwenen van het wad. En elk jaar komt daar 2 tot 3 centimeter bij.” Kramer wijst erop dat het project, dat in 2017 begint, niet alleen de natuur maar ook de veiligheid in Zeeland zal dienen. „Door de aanwezigheid van de Roggenplaat worden bij hoogwater de kracht en de druk van het water op de dijken aan de zuidkust van Schouwen-Duiveland fors verminderd.”
De Roggenplaat kalft af sinds de voltooiing van de stormvloedkering in 1986. Via deze halfopen dam stroomt er hoegenaamd geen zand meer de Oosterschelde in. Het zand dat van de Roggenplaat afbrokkelt verdwijnt in geulen van soms wel 35 meter diep.
Voor tienduizenden trekvogels is de plaat van levensbelang als pleisterplaats om te foerageren. In het najaar is de dichtheid aan vogels „nergens ter wereld zo hoog als in de Oosterschelde”, weet Van den Boom. Kramer: „Maar op de Roggenplaat leven ook nog talloze andere dieren, volgens sommigen zelfs 9000 per vierkante meter, inclusief een veelheid aan micro-organismen. Dat zou meer zijn dan op eenzelfde oppervlakte in het tropisch regenwoud.”
Als de zandplaat in de golven zou verdwijnen zou dat ook een ramp zijn voor de naar schatting zestig tot zeventig zeehonden die het 1500 hectare grote wad als plek gebruiken om uit te rusten.
Als alles meezit zal de ophogingsoperatie niet langer dan een jaar in beslag nemen, verwacht Van den Boom. „Het feitelijke werk duurt niet zo lang. Ongeveer 10 procent van de plaat hoeft uiteindelijk maar opgehoogd te worden. Dat is voldoende voor de dieren. Er zal wel een enorme hoeveelheid zand nodig zijn. Omgerekend gaat het om ongeveer 30.000 eengezinswoningen die tot de nok toe zijn gevuld met zand.”
Kramer: „De Roggenplaat is een prachtige plek voor dieren. Ik ben er geweest: het zicht is er oneindig. We gaan volgend jaar proberen ook nog een Europese subsidie in de wacht te slepen voor deze reddingsoperatie. Maar minister Schultz vult het benodigde bedrag hoe dan ook aan, heeft ze toegezegd.”
De zandopspuiting wordt uitgevoerd door Rijkswaterstaat in samenwerking met Natuurmonumenten. Om een zo groot mogelijk draagvlak te creëren willen deze instanties in januari en februari om de tafel „met iedereen die belangen heeft in de Oosterschelde, waarbij we ook denken aan de mosselkwekers en natuurorganisaties”, zegt Van den Boom. „Maar ik kan nu al zeggen dat de werkzaamheden zeer zorgvuldig zullen worden uitgevoerd en dat alles wordt gedaan om eventuele schade te voorkomen.”