Koninklijk Huis

Prins Bernhard: de regie tot na de laatste dag, dacht hij

Het is maandag precies tien jaar geleden dat prins Bernhard overleed. Op 1 december 2004 werd hij aan het einde van de middag naar het Universitair Medisch Centrum Utrecht overgebracht. De 93-jarige prins overleed er rond 18.50 uur. Tot op het laatst probeerde de militair in hart en nieren de regie zelf in handen te houden.

Wim Hulsman

1 December 2014 18:01Gewijzigd op 15 November 2020 14:49
Prins Bernhard. beeld ANP
Prins Bernhard. beeld ANP

De prins oogt de laatste jaren van zijn leven broos. Begrijpelijk, gezien zijn hoge leeftijd en de vele operaties die hij moet ondergaan. Maar zijn geest is scherp. Wanneer nodig bemoeit hij zich met publieke zaken. In 2002 trekt zijn telefoontje naar de redactie van De Telegraaf veel aandacht. Er is nieuws over twee medewerkers van Albert Heijn die een dief hebben overmeesterd. Zij dreigen een boete te krijgen. De prins meldt De Telegraaf dat hij de boete zal betalen als het zover komt.

De laatste jaren gaat de prins vooral zijn eigen gang. Zijn vrouw is door dementie vrijwel niet meer bereikbaar. Hij heeft weinig contact met haar, mede omdat artsen het beter voor de prinses achten dat zij elkaar niet te veel zien. De prinses wordt onrustig als prins Bernhard haar bezoekt.

De prins telefoneert veel. Zo onderhoudt hij zijn contacten. In zeker opzicht is hij eenzaam, omdat generatiegenoten en kornuiten-van-toen zijn weggevallen. De prins overbrugt een reeks generaties: intensief trok hij op met koningin Wilhelmina, terwijl –vier generaties verder– prinses Amalia op zijn schoot zit.

Eerder

Het wordt nog stiller als op zater­dag 20 maart 2004 zijn vrouw sterft. Met haar heeft hij sinds hun huwelijk in 1937 hoogte- en dieptepunten meegemaakt. Vooral de laatste blijven hangen: de crisis door de gebedsgenezeres Greet Hofmans, de Lockheedaffaire en nog meer. Tijdens de begrafenis in de Nieuwe Kerk van Delft oogt de prins aangeslagen, maar toch ook sterk.

De prins had liever eerder dan zijn vrouw willen sterven, maar heeft er uiteindelijk vrede mee dat het anders loopt, zo vertelt hij tegenover Pieter Broertjes en Jan Tromp, twee journalisten die tussen 2001 en 2004 een reeks gesprekken met hem voeren waarvan de inhoud na Bernhards dood in de Volkskrant wordt gepubliceerd en in boekvorm verschijnt. „Waarschijnlijk was ik ergens in mijn achterhoofd bang de begrafenis van mijn vrouw te moeten meemaken. Daar zag ik tegen op. Nu ben ik enorm blij dat ik erbij was”, zo zegt hij na de bijzetting van koningin Juliana.

Voor zijn eigen begrafenis heeft prins Bernhard tijdens zijn leven ook zaken geregeld. Tijdens de begrafenis van zijn vrouw besluit hij nog dat zijn dochter Christina ook tijdens zijn uitvaartplechtigheid in de Nieuwe Kerk van Delft moet zingen en welk nummer zij moet vertolken: een Spaanstalig lied over een zwaluw, ”La Golondrina”, die wegvliegt. In het lied klinkt de vraag: wanneer zie ik je terug? Dat lijkt de prins passend voor zijn uitvaart.

Kanker

Eind 2004 komen er berichten naar buiten dat het niet goed gaat met de prins. Op 
17 november volgt de mededeling dat prins Bernhard longkanker heeft. Op 29 november volgt een tweede medede­ling: hij heeft ook een kwaadaardige tumor in de darmen.

De prins weet dat het een aflopende zaak is. Vooral in de laatste weken voor zijn dood belt hij vrienden en kennissen. Het lijkt erop dat hij iedereen met wie hij wat had nog even wil spreken om gedag te zeggen of nog even de waarheid wil zeggen.

Zo belt de prins vijf dagen voor zijn dood ook naar zijn vriend Erik Hazelhoff Roelfzema. De prins nodigt de verzetsheld en zijn vrouw samen uit voor zijn begrafenis. „Hij had twee mooie plaatsen voor ons gereserveerd, zei hij”, zo zei de vrouw van Roelfzema recent in het weekblad Elsevier.

Acteur en schilder Jeroen Krabbé wordt zes dagen voor de dood van de prins uitgenodigd op Paleis Soestdijk om afscheid te nemen, zo vertelt Krabbé op 1 december 2004 in de tv-show Barend en Van Dorp. Pleegde de prins euthanasie? luidt in de show een vraag aan Krabbé. Bernhard weigerde nog verder behandeld te worden, omdat hij vrede had met zijn naderende dood, aldus Krabbé.

Niet bang

De prins leeft bewust naar zijn dood toe. Tal van familieleden komen de laatste dagen langs, constateren journalisten bij de hekken van het paleis. Prins Willem-Alexander lijkt de laatste te zijn geweest die zijn opa op Paleis Soestdijk ontmoette.

De prins is niet bang voor de dood, zo heeft hij drie weken na het overlijden van zijn vrouw tegenover de twee journalisten van de Volkskrant gezegd. „Na vijftig operaties ben je gewend geraakt aan het einde.”

De prins vertelt Broertjes en Tromp dat hij in zijn leven ten minste tien keer langs het randje van de dood is gegaan. „Eén keer heb ik me machteloos gevoeld. Dat was toen ik verzoop. Daar kun je niets mee. Alle andere keren kun je je verzetten. Dat heb ik steeds gedaan.” De prins verdronk bijna een keer tijdens het duiken op Curaçao.

De prins spreekt met onverschilligheid over de dood. Zijn dood kan hem „geen bal schelen”, zo zegt hij tegenover Broertjes en Tromp. „Ik sta volkomen onverschillig tegenover de dood. Ik zou niet graag levend verbranden, maar voor de rest kan het mij geen bal schelen. Ik geloof dat ik het volledig aan Onze-Lieve-Heer kan overlaten. Ik merk het wel.”

Testament

Zes dagen voor zijn dood –op 24 november– laat hij een nieuw testament opmaken. Daarin wijst hij niet alleen zijn vier dochters uit het huwelijk met koningin Juliana als erfgenamen aan, maar ook twee buitenechtelijke kinderen: Alicia de Bielefeld en Alexia Grinda. Alle zes krijgen ze een zelfde deel van zijn eigen erfenis. Die van koningin Juliana staat daar los van.

Dan komt de 1e december. Rond 16.30 uur wordt de prins met een hofauto 
–geen ambulance– naar het ziekenhuis gebracht, het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Zijn dochter koningin Beatrix, kleinzoon Willem-Alexander en veel andere leden van de koninklijke familie zijn dan in Amsterdam voor de feestelijke uitreiking van de Prins Claus Prijs in het Paleis op de Dam. Wisten de koningin en de rest van de familie niet van de ernst van de situatie, of plande de prins zijn vertrek juist op dit tijdstip?

Nog tijdens de feestelijke bijeenkomst in Amsterdam seint een adjudant koningin Beatrix in. Direct na de verplichting in Amsterdam spoedt de koningin zich naar Utrecht.

Een enkele dag voor zijn opname heeft de prins zijn artsen al meegedeeld van verdere behandeling af te zien. „De Prins is hedenmiddag met spoed opgenomen in het Universitair Medisch Centrum te Utrecht wegens toenemende klachten en het slechter worden van zijn conditie. In het ziekenhuis is, in overleg met de Prins, afgezien van het nemen van verdere maatregelen. De wens van de Prins is gerespecteerd”, zo bevestigt de Rijksvoorlichtingsdienst dat op die 1e december.

Bijna twee uur na aankomst in het ziekenhuis sterft de prins –om 18.50 uur–, omringd door drie dochters en prof. mr. Pieter van Vollenhoven. Prinses Christina is er niet bij. Zijn dochter Alicia de Bielefeld is nog wel halsoverkop naar Nederland gereisd, maar arriveert te laat om nog bij het overlijden te zijn.

Pleegde de prins nu wel of geen euthanasie? Ziekenhuis­bronnen zwijgen daar terecht over. Beroepsgeheim.

Weinig Nederlanders laten zich in het openbaar uit over het al dan niet geplande sterven van de prins. In roddel­bladen wordt de suggestie wel gewekt dat de prins mogelijk euthanasie heeft laten plegen. In protestants-christelijke kring worden off the record weleens in die richting vermoedens uitgesproken.

Als een van de weinigen schrijft de voorzitter van de Vereniging tegen de Kwakzalverij, C. M. D. Renckens, er in 2005 heel open over. Hij stelt dat de prins feilloos heeft weten te kiezen „voor een pijnloze en weloverwogen actieve euthanasie.” Waarop Renckens zijn uitlatingen baseert, blijft onduidelijk.

Misschien dat over enkele decennia een memoiresschrijver toch opheldering geeft of dat andere bronnen opengaan, net zoals er vorige week foto’s opdoken van een in Afrika jagende prins Bernhard. Ze zaten in archief­dozen van een lijfarts van de prins die werkzaam was in het UMC Utrecht.

Uitvaart

Tot de laatste adem lijkt de prins greep op alles om hem heen te willen hebben. Zijn hand reikt zelfs nog verder, want het ceremonieel rond de uitvaartplechtigheid is ook voor een groot deel door hemzelf bepaald: militaire eer, groet door de luchtmacht en nog meer.

De dienst in de kerk vond hij minder belangrijk, zo merkte ‘hofpredikant’ ds. C. A. ter Linden toen die de prins voorafgaand aan zijn sterven een paar keer bezocht. „Ik dacht dat hij zou zeggen: „We moeten dat lied nemen en die psalm.” Maar dat was niet zo. Hij had zich geen voorstelling gemaakt van een afscheidsdienst”, zo zei de predikant tegenover Jutta Chorus, auteur van het boek ”Beatrix. Dwars door alle weerstand heen”.

De predikant stelde de prins voor Psalm 139 te lezen en las hem die tijdens een van de bezoekjes voor. De prins vond het „prachtig”, en wilde de psalm toen zelf ook voorlezen. „En toen zei hij: „Ik denk dat ik mijn geloof beleefde met een god als de grote onbekende”, aldus de predikant.

De uitvaartplechtigheid is groot en groots. Militairen langs heel de route. De prins, die vooral onder veteranen een hoge plaats inneemt, wordt met veel ceremonieel begraven. Groot was zijn betekenis in de Tweede Wereldoorlog. Hij heeft zich ook sterk ingezet voor het Wereld Natuur Fonds. De prins nam voorafgaand aan de Lockheedaffaire deel aan veel handelsmissies en voor hem gingen veel deuren open. De oudere generatie Nederlanders begraaft een held, al zijn er de laatste jaren wel steeds meer scheurtjes in dat beeld gekomen.

Bom

Drie dagen na de bijzetting barst de bom. Die dag publiceert de Volkskrant in een bijlage de weerslag van de gesprekken die Broertjes en Tromp met de prins voerden. De prins gaat daarin als een olifant door de porseleinkast. Hij biecht op dat hij twee buitenechtelijke dochters heeft en bagatelliseert de Lockheedaffaire.

De koninklijke familie is onaangenaam verrast door de voor Bernhards dood door de prins zelf geautoriseerde interviews. Zij vindt het ongepast wat de Volkskrant doet. Koningin Beatrix ziet de publicatie en de uitlatingen van haar vader als een aantasting van haar ambt. Zij stelt dat Broertjes en Tromp haar loslippige vader tegen zich zelf hadden moeten beschermen.

Stond de koningin altijd achter haar vader, de interviews lijken daar verandering in te hebben aangebracht. „Welke man hebben we eigenlijk begraven”, zegt zij verontwaardigd. Binnenskamers spreekt de vorstin over „hoog­verraad” en een „doodzonde.” „Volgens ingewijden heeft Bernhard door de publicatie afgedaan bij zijn dochters”, stelt de goed ingevoerde Oranjehistorica Reinildis van Ditzhuyzen in haar recent verschenen boek ”Oranja-Nassau. Het biografisch woordenboek”.

>>rd.nl/konhuis


Prins Bernhard (1911-2004)

1911 – geboren in Jena (Duitsland) als zoon van prins Bernhard zur Lippe (1872-1934).

1935 – diploma universiteit Berlijn.

1936 – verloving met prinses Juliana.

1937 – huwelijk in Den Haag.

1938 – geboorte dochter Beatrix.

1939 – geboorte dochter Irene.

1940 – naar Londen in verband met Tweede Wereldoorlog, Juliana naar Canada.

1943 – geboorte dochter Margriet.

1947 – geboorte dochter Marijke, later Christina genoemd.

1948 – troonsbestijging koningin Juliana.

1952 – geboorte buitenechtelijke dochter Alicia.

1956 – crisis aan het hof door affaire rond gebedsgenezeres Greet Hofmans.

1967 – geboorte buitenechtelijke dochter Alexia.

1976 – schandaal rond steekpenningen van vliegtuigbouwer Lockheed.

1980– abdicatie koningin Juliana.

1994 – gezondheidstoestand kritiek, ook operaties in 1999 en 2000.

2004 – koningin Juliana sterft. Op 1 december sterft prins Bernhard in UMC Utrecht.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer