Opinie

Commentaar: Rutte moet geen genoegen nemen met slappe Turkse toelichting

Het blijft merkwaardig. Premier Rutte verlangt geen excuses van Turkije voor de kritiek op het Nederlandse integratiebeleid. Het gesprek dat minister Koenders van Buitenlandse Zaken heeft gehad met zijn Turkse collega is op zichzelf voldoende.

Hoofdredactioneel commentaar
1 December 2014 12:45Gewijzigd op 15 November 2020 14:48
Premier Rutte. beeld ANP
Premier Rutte. beeld ANP

Waarom verlangt Den Haag geen excuses? Dat is voor de premier heel simpel. De Turkse regering heeft weliswaar stevige taal gesproken maar dat was –volgens de Turken– geen beschuldiging „tegen de Nederlandse regering, noch tegen het Nederlandse volk, noch tegen Nederland als land.” En omdat dit dus niet voor de oren van de Nederlandse regering of het Nederlandse volk was bedoeld, is het logisch dat er ook geen spijtbetuigingen worden gevraagd. Voor iets wat je niet hebt gedaan, behoef je ook geen excuses te maken. Zo eenvoudig is het leven.

Wat dat laatste maar waar. Want het is toch wel ingewikkeld geworden. In ieder geval is nog steeds niet duidelijk wie de Turkse regering dan wel heeft bedoeld. Ankara zegt nu dat het niet de Nederlandse overheid maar de Nederlandse samenleving bedoelde. Overigens zonder daarbij duidelijk te maken wat voor de Turken het verschil is. Zo blijft er toch iets hangen van: „Ze zeggen het wel iets anders, maar ze bedoelen uiteindelijk hetzelfde. De koers van de Nederlandse regering bevalt de Turken niet. Daar gaat het hun om.”

Wie objectief naar de feiten kijkt, kan ook moeilijk tot een andere conclusie komen. De kiem van de rel lag in de beslissing van minister Asscher (Integratie) om enkele Turkse verenigingen in ons land wat nadrukkelijker in de gaten te gaan houden. Zij zouden de integratie van Nederlandse Turken belemmeren. De Turkse regering noemde die beslissingen een voorbeeld van wantrouwen jegens Turkse organisaties. Ze riep Den Haag ertoe op te stoppen met deze „racistische verdachtmakingen.” In een verklaring van het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken werd gesteld dat Nederland zich schuldig maakt aan „agressief taalgebruik” en „racistische beschuldigingen” aan het adres van de Turkse gemeenschap.

De Turken maken geen excuses. Dat hoeft dus ook niet van de Nederlandse regering. Maar niemand begrijpt nu wie Ankara dan wél heeft bedoeld met de scherpe woorden. Wie moet zich nu wel aangesproken voelen?

Rutte zegt dat met het gesprek van Koenders en de uitleg van de Turken de kous af is. Maar voor de Turkse regering kennelijk niet. In ieder geval staat de scherpe verklaring nog steeds op de website van haar ministerie van Buitenlandse Zaken. In het Turks, dat wel. Maar toch…

Rutte zei vrijdag dat die verklaring hem niks boeide. De Turken hadden hun kritisch geluid toegelicht. Dat was voldoende. Of toch niet? Den Haag praat achter de schermen verder. Misschien dat de premier nog eens een persconferentie kan geven als die gesprekken zijn afgerond. Wellicht dat zijn uitleg dan begrijpelijker zal zijn voor de eenvoudige burger. Voorlopig heeft het er veel van weg dat Rutte als een bedeesd jongetje is afgedropen na de barse uitleg van zijn Turkse collega. Dat doet de integratie geen goed.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer