Gebedsavond Drachten: Gebed in Nederland geeft christenen Irak en Syrië moed
DRACHTEN. „Toen ik in Irak tijdens het bidden voor het eten ook voor Irak had gebeden, zei een christen tegen mij: „Waarom bid je nog voor Irak? God heeft Irak verlaten.””
Dat zei William van Diepen, zendingswerker in Irak, woensdagavond in de Bethelkerk in Drachten. Daar waren ongeveer 150 christenen bijeen in om te bidden voor Irakese vervolgde christenen vanwege het geweld van IS. De gebedsavond was georganiseerd door WeAreN, een beweging van ongeveer dertig organisaties, waaronder Open Doors, die aandacht willen vragen voor de situatie van christenen in Syrië en Irak.
Wieger Sikkema, pastor zorgbeleid van de Vrije Baptistengemeente Bethel, legt deze avond uit waar WeAreN voor staat: „De N staat voor de noon, de Arabische letter N. Met deze letter markeert IS christenen, Nazrani, volgelingen van de man van Nazareth. Met WeAreN betuigen we onze verbondenheid, het is een proclamatie, we zeggen daarmee: „Ik ben er ook één, één van N.””
Deze betuiging van verbondenheid gaat volgens de pastor uit Drachten verder dan een emotioneel gebaar van verbondenheid: „We zijn verbonden in Jezus Christus, het is Zijn lichaam dat wordt vervolgd. Het zijn onze broers en zussen en wat hun wordt aangedaan, wordt ons gezin aangedaan.”
Johanna Marten, een Irakees die voor Stichting Gave al jaren in Nederland onder moslims werkt, heeft veel contact met zijn volksgenoten. Hij schildert een rauwe werkelijkheid van vrouwen die worden verkracht, mannen die worden onthoofd en kinderen die van ouders worden afgepakt. „Christenen in Irak staan voor de keuze: zich bekeren, veel belasting betalen of weggaan. Wanneer ze dit allemaal weigeren, betekent dat hun dood. Bijna alle christenen kiezen er voor om weg te gaan.”
Marten, die onlangs een vluchtelingenkamp bezocht, benadrukte dat het Iraakse volk behalve dekens en voedsel bovenal Jezus nodig heeft. „Ik wil graag terug naar Irak om het Evangelie te laten horen. Mensen hebben vrede nodig, en daarom vraag ik vooral om te bidden voor Irak.”
Van Diepen, zendingswerker in Irak, bevestigde het verhaal van Marten: „Er is niet één gezin op de plaats waar ik werk waar niet iemand is verdwenen, verkracht of vermoord. Wat we moeten doen, is voor hen bidden, bidden en nog eens bidden, zodat ze ervaren dat wij achter hen staan. Als ik vertel dat er voor hen gebeden wordt waarderen ze dat enorm.”
Trauma
Van Diepen richt zich met anderen op het verlenen van trauma-care, een combinatie van pastorale en psychologische zorg. „De kinderen hebben dingen gezien die geen kind hoort te zien.”
Tussen de verhalen door wordt er in twee ronden in kleine groepen gebeden: voor Irakezen in Nederland, de kerk in Irak, vluchtelingen en gevangenen, voor hulpverleners en voor organisaties die in Irak werkzaam zijn.
De aanwezigen kunnen zich laten fotograferen. Klaas Muurling, woordvoerder van Open Doors, vertelt waar dit voor dient: „We willen van deze foto’s ansichtkaarten maken en die als bemoediging uitdelen onder de Iraakse vluchtelingen.”