„Amusement als middel mag, maar niet als doel”, zei hij. Tegelijk verwacht hij dat daarover altijd een grijs gebied bij de concrete invulling van programma’s op tv, radio en internet zal blijven. CDA en coalitiepartij PvdA vonden het onjuist dat Dekker enkele programma’s had genoemd als voorbeelden die hij liever niet zag op de publieke netten, zoals Animal Crackers van André van Duin. Maar de staatssecretaris had dat bewust gedaan om een indruk te geven van de gewenste koers.

De politiek moet zich volgens hem inderdaad niet mengen in de inhoud van programma’s maar mag wel degelijk een taakopdracht geven. Verder wil hij dat de helft van het omroepbudget beschikbaar komt voor externe televisieaanbieders. Doordat zij gaan concurreren met de acht omroepen, zullen er vernieuwender en creatievere programma’s ontstaan, zo is de gedachte.

Voor zijn plannen kan hij rekenen op een Kamermeerderheid van in ieder geval VVD, PvdA en D66. De SP en onafhankelijk Kamerlid Norbert Klein zijn fel tegen. Wat D66 betreft mag de concurrentie voor het hele budget gaan gelden en de kerntaak scherper afgebakend worden. D66-Kamerlid Kees Verhoeven is bang dat de maatregelen anders een lege huls blijven en omroepen veel onder cultuur of educatie zullen scharen.

Dekker vindt de wijzigingen nodig, omdat het medialandschap snel verandert. De publieke omroep moet daarop snel inspelen omdat anders het maatschappelijk draagvlak vervalt, stelt hij. De publieke omroep wordt met belastinggeld betaald. VVD, D66 en PVV dringen aan op maatregelen om volledig inzicht te kunnen krijgen in de kosten die de omroepen maken voor programma’s of het uitzenden van sportwedstrijden. Dekker gaat hiermee aan de slag.

Dekker wil zijn wetswijzigingen voor de zomer bij de Tweede Kamer indienen. Die kunnen dan grotendeels in 2016 ingaan.