Kerk & religie

„Kerk zonder zending is vervallen tot een club”

„Als de kerk geen zending meer bedrijft, is ze vervallen tot een geestelijke gezelligheidsvereniging”, vindt dr. G. J. van Butselaar. „Een kerk zonder zendingsdrang is hooguit nog een religieuze gezondheidsinstelling die voor de AWBZ-regeling in aanmerking kan komen. Maar zo’n kerk zou dan beter door een ander instituut vervangen kunnen worden.”

Van een medewerker
26 January 2004 09:36Gewijzigd op 14 November 2020 00:54
WEZEP – De GZB en de IZB hielden zaterdag een ontmoetingsdag voor predikanten en zendings en evangelisatiecommissies. Het doel van de bijeenkomst was het werken aan de missionaire bewustwording van de gemeente. Aan het programma werd een bijdrage verlee
WEZEP – De GZB en de IZB hielden zaterdag een ontmoetingsdag voor predikanten en zendings en evangelisatiecommissies. Het doel van de bijeenkomst was het werken aan de missionaire bewustwording van de gemeente. Aan het programma werd een bijdrage verlee

Dr. Van Butselaar zei dit zaterdag in Wezep tijdens een ontmoetingsdag van de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) en de Hervormde bond voor inwendige zending (IZB). De beide hervormd-gereformeerde instellingen organiseren in een nieuwe opzet op zaterdagen regionale ontmoetingsdagen voor zendings- en evangelisatiecommissies. Dr. Van Butselaar, voorheen secretaris van de Nederlandse Zendingsraad (NZR), was door de GZB/IZB uitgenodigd om te spreken over ”Waarom zou die ander moeten geloven?”.

Dr. Van Butselaar constateerde dat onze tijd niet gunstig over zending denkt. Hiermee sloot hij aan bij de introductie van IZB-voorzitter, ds. W. Dekker, die in de eigen achterban een slinkende zendingsmotivatie bespeurde. Volgens ds. Dekker was dit een gevolg van het heersende klimaat van relativisme: ieder moet vrijgelaten worden, elk geloof moet gerespecteerd worden.

Dr. Van Butselaar viel de predikant bij en zei dat we ongewild en vaak ongemerkt allemaal een tik van die tijdgeest meekrijgen. Hij verwees naar een tentoonstelling die het Utrechtse Catharijne Convent eens organiseerde over zending met de titel ”De heidenen moeten eraan geloven”. Uit die dubbele bodem spreekt volgens hem een ambivalente houding tegenover zending.

„Door het secularisatieproces en de immigrantenstroom is de situatie ingrijpend veranderd. In de kerk heerst onzekerheid en het concrete zending bedrijven verdwijnt in de mist van de kerkelijke discussies. De zending is begraven in dikke beleidsnota’s of weggeborgen in rapporten van de studiecommissies. De concentratie op diaconaat was eigenlijk een vlucht. Diaconaat is niet verkeerd, mits het maar geen alibi wordt om niet aan zending te doen. Als zending verdwijnt, is het einde van de kerk nabij.”

Na deze analyse reikte de oud-zendingssecretaris een concept aan voor een nieuw zendingselan dat ingaat tegen het heersende klimaat. Hij deed dit vanuit de twee kernbegrippen uit de Bergrede: zout en licht. „In een wereld die geen weet meer heeft van goed en kwaad zoekt de moderne mens oriëntatie. Zout voegt iets toe en is smaakbepalend. De evangelieboodschap is niet zomaar een verhaal, maar doorbreekt als het licht alle individualisme en dodelijk isolement.”

’s Middags was er een aantal keuzeprogramma’s. Ds. L. W. Smelt (De Bilt), die een aantal jaren in Peru als stadszendeling werkzaam is geweest, leidde de workshop ”Zending en de zondagse eredienst”. Met de deelnemers besprak hij de mogelijkheden om de zending in de kerkdienst aan de orde te stellen. Ds. Smelt wees erop dat vroeger vanzelfsprekend velen naar een zendingsavond kwamen, terwijl er nu nog maar een klein groepje komt. „Om de gehele gemeente bij de zending te betrekken, moet daar tijdens de zondagse diensten aandacht aan besteed worden. De zendingscommissies moeten er alert op zijn dat in de openbare gebeden de zending of concrete zendingswerkers niet vergeten worden.”

Mevrouw J. D. van der Zee-Van der Ploeg van de IZB behandelde in haar workshop de thematiek van het contacten leggen met buitenkerkelijken. Zij wees erop dat het persoonlijke contact voor de meeste buitenkerkelijken het eerste lijntje naar de kerk en naar het geloof is. „Is die relatie gelegd, dan kunnen vervolgens cursussen als die van Emmaüs van dienst zijn.”

Deze cursus is volgens haar een bruikbaar instrument om nieuwkomers zowel in het christelijk geloof als in de gemeente in te leiden. „Wel is het zaak dat de gemeente toegerust is om de gastvrijheid een concrete gestalte te geven.”

IZB-medewerker R. Petri behandelde twee manieren om de eigen gemeente bij het zendingswerk betrokken te krijgen. H. Fikse van de GZB besprak het adoptieprogramma ”Deelgenoten”. Doel van dit programma is een concreet stuk zendingswerk door de gemeente te laten adopteren. „Door de betrokkenheid bij dit werk en vooral door de directe band met de zendingswerker ligt de zending niet meer ver weg, maar krijgt ze letterlijk een gezicht.”

In het keuzeprogramma van J. van der Ham en ds. W. G. Teeuwissen, algemeen secretaris van de GZB, stond de begeleiding van jongeren centraal. Jongeren met een roeping voor de zending kunnen tegenwoordig door talloze organisaties worden uitgezonden. De GZB wil zendingscommissies een helpende hand bieden met het begeleiden van uitgezonden jongeren.

In deze workshop kwam het programma ”Windroos City Mission”, ontwikkeld door de IZB, ter sprake. Afgevaardigden uit de Noorderkerk van Amsterdam vertelden over hun ervaringen in de stadsevangelisatie in de Jordaan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer