Binnenland

Bloedbanken hoeven nog niet aan infuus

AMSTERDAM. De bloedbanken lijden ondanks een ingrijpende reorganisatie nog altijd een beetje aan bloedarmoede. Op de inzameling en uitgifte van bloed aan ziekenhuizen wordt na een flinke kostenreductie van 25 miljoen euro nog altijd zo’n 4 miljoen euro verlies geleden, beaamt Sanquin, verantwoordelijk voor de bloedvoorziening in Nederland.

Gerard den Elt
19 November 2014 17:00Gewijzigd op 15 November 2020 14:29
Bij de Sanquin bloedbank in Rotterdam liggen bloedzakken in de koeling voordat ze worden afgeleverd bij het ziekenhuis. beeld ANP
Bij de Sanquin bloedbank in Rotterdam liggen bloedzakken in de koeling voordat ze worden afgeleverd bij het ziekenhuis. beeld ANP

Maar een nieuw infuus is niet nodig, verwacht de organisatie die de 150 bloedbanken in Nederland beheert. „Na de reorganisatie verwachten we dat we binnenkort het andere been kunnen bijtrekken en een nieuwe balans vinden”, zegt woordvoerder Robert Heckert. „De krimp van de organisatie is echter niet in hetzelfde tempo gegaan als de daling van de inkomsten.”

Sanquin zegt niet te verwachten dat er verder zal worden gesneden in het stelsel van bloedbanken, waar van Aalten tot Zwolle jaarlijks 755.000 keer bloed en plasma wordt afgenomen. In het aantal afnamepunten, waar jaarlijks zo’n 380.000 donoren langskomen om een half litertje bloed af te staan, is al flink gesneden.

De fijnmazigheid van de bloedbanken is daardoor afgenomen. Heckert: „Donoren moeten nu soms wat langer reizen. Sommigen besluiten dat wel te doen, anderen soms ook niet.”

Ook op andere terreinen is er bezuinigd. Zo is het aantal plaatsen waar het donorbloed wordt gecontroleerd en verwerkt, teruggebracht van vier naar twee. Heckert. „Nu is het zaak om te zien hoe al die kostenbesparingen op hun plaats vallen.”

Het mes moest wel in het aantal bloedbanken en laboratoria worden gezet, omdat ziekenhuizen steeds minder vragen om bloed. Dat komt voornamelijk door verbeterde operatietechnieken, waardoor aan patiënten minder zakken bloed hoeven te worden toegediend. In de voorbije drie jaar is de vraag naar bloed met circa 15 procent gedaald.

Chirurgen en ziekenhuisdirecties sturen daar ook op aan vanwege de noodzaak tot kostenreductie in de gezondheidszorg. Ter vergelijking voert Sanquin de Duitse praktijk aan. Daar wordt per operatiepatiënt bijna tweemaal zo veel bloed gebruikt.

Cees Smit, eredoctor aan de Universiteit van Amsterdam wegens zijn verdiensten op het terrein van bloedonderzoek en het verdedigen van patiëntenbelangen, zegt dat Sanquin in een lastig parket zit. Het inzamelen en verwerken van bloed is een kostbare zaak geworden. „De vraag naar bloed daalt, waardoor de kostprijs per zak stijgt”, aldus Smit. „Dat is op den duur zonder prijsaanpassing niet vol te houden.”

In het verleden slaagde Sanquin er volgens hem in die verliezen elders te compenseren, onder meer door het maken van bloedplasmaproducten. Uit dit plasma, het transportmiddel voor de rode bloedcellen, worden belangrijke grondstoffen voor onder meer geneesmiddelen gewonnen. Onder andere worden er medicijnen gemaakt ter bestrijding van stollingsziekten zoals hemofilie en auto-immuunziekten. Daarnaast worden er brandwonden mee behandeld.

„Maar het maken van plasmageneesmiddelen vraagt enorme investeringen in steeds nieuwere technieken”, stelt Smit. „Je moet bijvoorbeeld steeds nieuwe tests ontwikkelen voor ziekten die via bloed overdraagbaar zijn, zoals hiv/aids en hepatitis C en in de toekomst mogelijk ebola. De vraag is of een nutsvoorziening zonder winstoogmerk zoals Sanquin voldoende financiële ruimte krijgt van de overheid om op beide markten actief te zijn. Elders in Europa zien we ook dat dat moeilijk is. Maar omdat bloed en plasmaproducten strategische goederen zijn die een samenleving altijd nodig heeft, ben ik er geen voorstander van om dit te vercommercialiseren.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer