Dat bleek woensdagmorgen uit een bericht van de Amerikaanse organisatie World Watch Monitor. Bibi werd vorige maand ter dood veroordeeld door het hooggerechtshof in Lahore. Ze was in 2010 beschuldigd van godslastering, na een ruzie met moslimvrouwen in haar dorp. Ze zou daarbij de profeet Mohammed hebben beledigd.

Kort na haar veroordeling hebben twee rechters van het hooggerechtshof een verzoek ingediend bij de overheid om rechters te verplichten zich te houden aan het islamitische principe ”tazkiya al-shuhood”. Dit houdt in dat aanklagers en getuigen aan strenge normen van islamitische vroomheid moeten voldoen. Als dit principe strikt wordt gehandhaafd, wordt het moeilijker om blasfemiezaken aanhangig te maken.

In de zaak van Asia Bibi is dit principe terzijde geschoven. Volgens de rechters is het doodvonnis grotendeels gebaseerd op een „slordige studie waarbij is nagelaten de achtergronden van de getuigen grondig te onderzoeken.”

De rechters gaan niet in op de vraag of de grotere juridische belemmering voor vervolging ook in de zaak-Bibi had moeten worden toegepast.

Zie ook:

Petitie: red Asia Bibi uit dodencel (RD.nl, 29-10-2014)

Hof Pakistan bekrachtigt doodvonnis Asia Bibi, advocaat in beroep (RD.nl, 16-10-2014)

Opnieuw uitstel in zaak-Asia Bibi; de feiten op een rij (Reformatorisch Dagblad, 28-05-2014)

Pakistaanse christin: Ik verlaat jullie voor altijd (Reformatorisch Dagblad, 01-03-2012)

Dochter Asia Bibi: Steeds als ik haar zie, huil ik (Reformatorisch Dagblad, 22-11-2011)

Pakistaanse ter dood veroordeeld om godslastering (Reformatorisch Dagblad, 10-11-2010)