„Dat ei was eigenlijk voor mij bedoeld”, erkende de Tsjechische president Milos Zeman direct. Hij was het mikpunt van de onvrede. De betogers scandeerden teksten als „Oekraïne, Oekraïne” om duidelijk te maken dat zij het niet eens zijn met de pro-Russische koers die Zeman vaart. Ze willen dat de president Zeman aftreedt.

Zeman zelf maakte duidelijk dat hij dat niet van plan is, al was zijn toespraak nauwelijks hoorbaar door een immens fluitconcert. „Ik heb voor jullie geen angst, net zoals ik in 1989 geen angst had”, zei hij.

Daarmee verwees hij naar de vreedzame mars die studenten exact 25 jaar geleden hielden, ter herdenking van Jan Opletal. Die was neergeschoten in 1939 door de nazi’s tijdens een demonstratie. De mars werd door de politie met geweld beëindigd, zonder dat de studenten zich hadden geroerd. Dat leidde in de weken daarna tot protesten, stakingen en andere betogingen; genoeg om de druk op de communistische regering zo op te voeren dat die opstapte. Na verkiezingen werd schrijver Václav Havel de nieuwe president van Tsjecho-Slowakije.