Kerk & religie

Congres over kerkarchitectuur: Eerst visie op gemeente, dan kerk ontwerpen

UTRECHT. Een kerk moet veel meer zijn dan een preekstoel met banken eromheen. Een kerkgebouw moet een boodschap uitstralen naar de samenleving. Kerkenbesturen en bouwcommissies in de gereformeerde gezindte moeten daarom eerst nadenken over het gemeentezijn en pas daarna een architect een opdracht geven.

Van onze verslaggever
14 November 2014 21:09Gewijzigd op 29 January 2024 08:53
Vier kerkarchitecten gingen vrijdagmiddag in Utrecht met elkaar in debat tijdens een studiedag van het Biblebelt Netwerk. beeld RD
Vier kerkarchitecten gingen vrijdagmiddag in Utrecht met elkaar in debat tijdens een studiedag van het Biblebelt Netwerk. beeld RD

Die mening onderschreven veel deelnemers van een bijeenkomst over ”Cultuur in reformatorische kerkarchitectuur” vrijdag in Utrecht. Het symposium in Museum Catharijneconvent was een initiatief van het Biblebelt Netwerk, een groep wetenschappers die onderzoek doet naar ontwikkelingen in de gereformeerde gezindte.

Bij de huidige kerkarchitectuur wreekt zich dat –sinds dr. Abraham Kuijper er over schreef– in protestantse hoek vrijwel geen grondige doordenking heeft plaatsgevonden van de vraag: waaraan moet een protestants kerkgebouw –en nog specifieker: een kerkgebouw voor een reformatorisch eredienst– voldoen.

Bouwcommissies moeten gestimuleerd worden over architectuur na te denken, stelde ook ir. Hans Teerds, architect en onderzoeker van de Technische Universiteit Delft vrijdag in de hoofdlezing van de dag. „Ze moeten overtuigd worden dat het belangrijk is erover na te denken.” Elke kerkbouwopgave vraagt om theologische bezinning, aldus Teerds. „Een kerkgebouw kan per definitie niet puur functionalistisch zijn”, vindt Teerds.

Dat veel nieuwe kerken aan de rand van dorpen worden gebouwd, ziet Teerds als een kwalijke ontwikkeling. „Wat vertellen deze kerken aan de samenleving? Kerken geven een boodschap door. Daarom mogen ze niet naar de rand van de samenleving, worden geduwd.”

Dit gebeurt soms veel te gemakkelijk, vindt ook de Staphorster kerkenarchitect J. Huls. „Er wordt vaak gezegd dat er geen plek is in de kern. Dat is meestal niet waar. Voor een bibliotheek en theater is er ook plaats. Ik heb het idee dat we het ook niet zo erg vinden naar de rand te moeten”, zo zei hij vrijdagmiddag.

Sacraliteit –aandacht voor het bijzondere karakter van een kerk– staat niet hoog op de agenda van kerkgemeenschappen in de gereformeerde gezindte, stelde Teerds vast. „Soberheid staat centraal, evenals de gedachte dat het eigenlijk niet om de ruimte moet gaan”, maar om de Woordverkondiging.

Teerds reageerde in zijn lezing op de resultaten van veldonderzoek dat wetenschappers die bij het Biblebelt Netwerk betrokken zijn in Barneveld deden. Zij bestudeerden het ontstaan van de kerkgebouwen van de gereformeerde gemeente (Zuid), gereformeerde gemeente in Nederland en de hersteld hervormde gemeente. De onderzoekers bezochten de kerken, spraken met de architecten en bouwcommissieleden en analyseerden ook theologische bronnen, zoals de ingebruiknamepreken.

Hoe konden kerkgemeenschappen die uit de schuurkerktraditie afkomstig zijn tot de bouw van deze enorme kerkgebouwen –„refodomes”– komen, was de centrale vraag. Komt dat door de veranderde sociaal-economische positie van de leden, door schaalvergroting en professionalisering of is er ook sprake van een veranderende houding ten opzichte van kerkgebouwen, vroeg prof. dr. F. van Lieburg van de Vrije Universiteit zich af. „Wie had in de Middeleeuwen kunnen denken dat later in de idyllische omgeving van de Veluwse dorpskerkjes zulke kerken zouden gebouwd worden?”

Deze kerken domineren het landschap nu door hun grootte, hoogte en uitgestrekte parkeerterreinen, constateerde dr. J. Exalto. De kerkgebouwen zelf kennen echter een „zeer beperkte vormentaal en hebben nauwelijks symboliek.”

Er is bij de bouw van deze Barneveldse kerken sprake van een strikte scheiding tussen geloofsbeleving en kerkgebouw, stelde onderzoekster Anneke Pons MSc in haar analyse. „De bouwcommissie hield zich met het gebouw bezig; de kerkenraad en predikant met de geestelijke zaken.”

Ook al kennen de gebruikers geen bijzondere waarde –heiligheid– aan het kerkgebouwen toe –zoals gebruikelijk in de protestantse traditie–, toch merkten de onderzoekers in Barneveld dat de kerken niet als zomaar een gebouw worden gezien. Pons: „Neem het inwijdingsritueel van de kerk waarbij de predikant de Bijbel opent onder het zingen van een psalm. De koster had de Bijbel ook open kunnen leggen op de kansel. Het onderstreept dat God daar tot de gemeente komt in de gedaante van Zijn Woord. De kerkzaal is anders dan de andere ruimten, omdat in de kerkzaal de Bijbel geopend ligt.”

Onderzoeker dr. M. Wisse –gisteren niet aanwezig in Utrecht– zocht na het veldwerk in Barneveld naar een theologische verklaring voor de soberheid, zo vertelde dr. J. Roeland. „Er ligt mogelijk zoveel druk vanuit het eerste stuk, van de ellende, op de dankbaarheid, dat de taal van de eer van God onvoldoende doorklinkt in de kerkontwerpen. Maar de notie van de zondigheid mag nooit het ”doet het al ter ere Gods” overwoekeren”, aldus Wisse. De theoloog ziet een contrast met de muziek, „want organisten in de gereformeerde gezindte zien hun spel wel als dienst aan God, tot eer van Hem”, maar in de kerkbouw klinkt dat veel minder door.

In Utrecht klonk van verschillende kant kritiek op kerkontwerpen in een oude, soms zelfs middeleeuwse, stijl. Een debatdeelnemer wees op de Vroege Kerk. „De eerste christenen kwamen in gewone woonhuizen samen. De eerste christenen hadden niet dat bijgeloof dat er nu soms is. Ze zagen de kerk niet als een tempel. Laten we daarom blij zijn dat we een dak boven ons hoofd hebben als gemeente”, zo zei hij tegen de vier kerkarchitecten die vrijdagmiddag deelnamen aan een discussiepanel: W. M. van Beijnum, M. Born, J. Huls en M. Ros.

Tijdens de studiedag presenteerde verschillende onderzoekers delen van hun studie. Zo vertelde J. van der Knijff over zijn onderzoek naar de gezangen, zoals die achter de berijming van 1773 in het psalmboek staan, sprak Helma Ruijs over haar onderzoek naar de mazelenepidemie en Henri Spaan over zijn vaccinatieonderzoek op de Biblebelt.

W. B. Kranendonk van Labarum Academic, de wetenschappelijke imprint van Uitgeverij De Banier in Apeldoorn, presenteerde het boek ”Biblebelt Online”, dat is het eerste deel van de serie Biblebelt Studies. Het boek bevat een uitwerking van lezingen en onderzoeksresultaten van een eerdere studiedag van het Biblebelt Netwerk en gaat over het mediagebruik in de gereformeerde gezindte.

Zie ook Puntkomma pag. 13.

Meer over
Kerkarchitectuur

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer