„Posters remonstranten geven een persoonlijke visie weer”
UTRECHT. Ze hangen nu dan toch op de stations: de campagneposters van de remonstranten. Eerder gaven de Nederlandse Spoorwegen hiervoor geen toestemming omdat ze graag neutraal wilden blijven. Maar het beleid is –na protest– aangepast.
En zodoende krijgen treinreizigers de komende weken boodschappen mee als: ”Mijn God dwingt me tot niets”, ”Mijn God trouwt ook homo’s”, ”Mijn God kijkt niet op mij neer” en ”Mijn God doet niet aan dogma’s”.
Op de sociale media wordt volop gereageerd op de campagne. Er is instemming, maar ook kritiek. De Haagse predikant Axel Wicke is positief: „Dat vind ik nou eindelijk eens een geslaagde mediacampagne van een kerk: #remonstranten.” Radiopresentator Elsbeth Gruteke ventileert haar bezwaren: „Ik heb de remonstranten zeer lief, maar de kreet ”geloof begint bij jou” lijkt me onjuist, geloof begint bij Hem.” Theoloog Gielah Tabak heeft ernstige bedenkingen: „Reclame-spotjes van de #Remonstranten tonen ons een wezen, dat helaas hááks op de God van de Bijbel staat. Pijnlijk…” En Robert MacNiel uit Rotterdam schreef onomwonden: „#Remonstranten adverteren met een onbijbelse god die zonde accepteert en geen bekering verlangt.”
Maar behalve inhoudelijke bezwaren te hebben blijken mensen zich toch vooral ook te storen aan de vermeend pretentieuze teksten die in de campagne worden gebruikt en die doen denken aan de slogans waarmee het Humanistisch Verbond de boer op gaat (”Gelooft u ook meer in het leven vóór de dood?”). Theoloog Stefan Paas spreekt op Twitter van „gekke kreten”: „„Mijn God dwingt me tot niets”. Wiens God dan wel?” vraagt hij zich af. Hij voegt eraan toe: „Het woord ‘mijn’ suggereert toch dat de God van ‘anderen’ wel dwingt. Meer anti-medegelovigen dan anti-seculiere vooroordelen…”
Tom Harkema, coördinator vriendenwerving van de remonstranten, reageert wat verbaasd op deze interpretatie. „De teksten horen bij de mensen die op de posters zijn afgebeeld”, zegt hij. „Zij spreken hun persoonlijke gedachten over God uit. Mensen moeten ze niet lezen als claims die we als remonstranten willen uitdragen. We willen ons zeker niet afzetten tegen mensen die anders denken. De parallel met de campagne van het Humanistisch Verbond zie ik ook niet zo.”
Kunt u zich voorstellen dat de slogans kwetsend kunnen overkomen bij andersgelovigen?
„Mensen denken heel verschillend over geloofszaken. Met deze campagne willen we duidelijk maken dat er verschil in visie bestaat op Wie God is. Wij komen uit voor ons gedachtegoed. De remonstranten hebben al eeuwenlang de opvatting dat het persoonlijk geloof van mensen centraal staat. Dat klinkt door in deze campagne. Daarmee willen we echter niemand kwetsten; ik heb ook niet het idee dat dit het geval is. Op de sociale media klinken wel kritische geluiden van mensen die het niet met ons eens zijn, maar ik heb niet de indruk dat ze zich gekwetst voelen. De kritiek valt mij erg mee.”
Wat is in twee zinnen de boodschap die u met deze posters communiceert?
„Dat we als remonstranten een vooruitstrevende club vormen die ruimte biedt voor persoonlijk geloof.”
Wat wilt u met de campagne bereiken?
„De naamsbekendheid van de remonstranten is niet zo groot, daar willen we graag verandering in brengen. Daarnaast willen we onze aantrekkingskracht vergroten en veel nieuwe vrienden verwelkomen.
De campagne heeft wat dat betreft effect. Veel mensen reageren enthousiast op de posters. Bij ons bureau in Utrecht zijn sinds dinsdag al zo’n veertig nieuwe aanmeldingen binnengekomen, maar ook lokale gemeenten verwelkomen vrienden. Veel mensen die zich aangesproken voelen door ons gedachtegoed zetten de stap die ze al langer hadden willen zetten.”
De stationscampagne van de remonstranten loopt tot eind dit jaar. In het voorjaar krijgt de actie een vervolg, meldt Harkema. Hoe die eruit gaat zien, kan hij nu nog niet zeggen. „Daar moeten we het eerst met reclamebureaus over hebben.”