Echte bidder
Jakobus 5:16b-18
„Een krachtig gebed van de rechtvaardige vermag veel. Elia was een mens van gelijke bewegingen als wij; en hij bad een gebed, dat het niet zou regenen; en het regende niet op de aarde in drie jaren en zes maanden. En hij bad wederom, en de hemel gaf regen, en de aarde bracht haar vrucht voort.”
Zo’n bidder had naam onder Gods kinderen. Er waren zulke vermaarde bidders: Noach, Job, Daniël, Jeremia, Salomo. Men leest ervan in Ezechiël 14 en Jeremia 17. Nu, een rechtvaardige, dat is een die in de genade Gods door het geloof onberispelijk zoekt te wandelen. Een krachtig gebed van zo’n rechtvaardige, opgesteld door Gods Geest, getekend door het bloed van Christus en gebeden naar de wil Gods, dat vermag veel.
De apostel zegt niet wat het allemaal vermag. Luther placht te zeggen dat er een soort van almachtigheid in het bidden was. De apostel Jakobus weet er geen paal aan te stellen. Hij zegt daarom maar: „het vermag veel.”
Wij lezen wat het geloof allemaal vermag (Hebreeën 11). Op Jozua’s gebed stonden de zon en de maan stil. Hizkia kreeg er zijn gezondheid door. De doden werden er levend door. Hebt u het Woord wat gelezen, dan zult u verbaasd moeten staan over wat er allemaal door geschied is.
Wilt u een bewijs hebben hoe krachtig het is als een rechtvaardige zijn knieën buigt en aan het bidden raakt en aan het worstelen, zie dan het voorbeeld van Elia: hij bad een gebed, dat het niet zou regenen; en het regende niet op de aarde in drie jaren en zes maanden. En hij bad wederom, dat het regenen zou, en de hemel gaf regen.
B. Smijtegelt, predikant te Middelburg
(”Een woord op zijn tijd”, 1761)