Eis 16 jaar cel voor liquidatie Bouhbouh
AMSTERDAM (ANP). Tegen de 30-jarige Benaouf A. heeft het Openbaar Ministerie (OM) woensdag zestien jaar cel geëist. Volgens het OM staat vast dat A. de moord op crimineel Najeb Bouhbouh heeft geregisseerd. Bouhbouh (34) werd op 18 oktober 2012 in Antwerpen doodgeschoten.
De moord op Bouhbouh is een van de eerste in een reeks liquidaties in de Amsterdamse onderwereld, „een reeks die helaas nog niet ten einde is, een geweldsspiraal”, aldus officier van justitie Hans Oppe. De zaak tegen A. is de eerste in die reeks waarin het tot een strafeis van justitie is gekomen.
Aan de basis van de reeks ligt volgens het OM een ruzie tussen criminele kampen over een mislukte invoer van een partij drugs en daardoor ontstane financiële problemen. Ruim twee maanden na de moord op Bouhbouh vond in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt een enorme schietpartij plaats, waarbij twee vrienden van Benaouf A. werden geliquideerd. A. zelf wist te ontkomen. Volgens Oppe was die geweldsuitbarsting een vergelding voor de liquidatie van Bouhbouh.
Ook daarna zijn er - tot zeer recent - diverse schietpartijen geweest, veelal met dodelijk gevolg. De veronderstelde leider van het kamp van Bouhbouh, Gwenette Martha, werd in mei van dit jaar in Amstelveen met tientallen kogels geëlimineerd.
De moord op Bouhbouh is zorgvuldig gepland, meent justitie. Het slachtoffer werd naar een hotel in Antwerpen gelokt, om daar na het verlaten van het pand te worden doodgeschoten. A.’s handlanger Chris Bouman had daar met Bouhbouh afgesproken. De politie arresteerde Bouman als verdachte; hij pleegde in augustus 2013 zelfmoord in zijn cel.
A. ontkent dat hij iets met de moord op Najeb Bouhbouh te maken heeft. Voor de bewijsvoering leunt het OM zwaar op een reconstructie van de gangen van de mobiele telefoons van A., Bouman en de vermoedelijke schutters. Deze communiceerden in elk geval op de dag van de moord koortsachtig met elkaar. Uit de telefoon van Bouman wist de recherche een veelzeggend sms’je van Bouman aan A. op te diepen, verzonden vlak vóór de moord: „We komen er nu aan.” Ook volgde justitie het spoor van de BMW die A. ten tijde van de moord zou hebben gebruikt.