Economie

Zijn er straks nog wel mensen die de kerk kunnen restaureren?

NAARDEN. Niet alleen kerken en andere monumentale gebouwen moeten dringend worden opgeknapt en gestut, maar ook de gespecialiseerde bouwbedrijven én de leerlingenopleidingen.

Gerard den Elt
8 November 2014 09:40Gewijzigd op 15 November 2020 14:12

De restauratiebranche dreigt in verval te raken als minister Busse­maker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) niet snel de 
helpende hand toesteekt. Een breed front van grote kerken, 
restauratiebedrijven én honderden werknemers aangesloten bij FNV Bouw dringt bij de minister aan op meer geld én bescherming van de beperkte opleidings­capaciteit.

Volgens de bouwbond staan de banen van tientallen, zo niet honderden ambachtslieden op het spel. „Grote monumenten zorgen voor grote, langlopende opdrachten aan vakbedrijven”, schreef vakbondsman Charley Ramdas onlangs aan de Tweede Kamer. „Deze leerbedrijven zijn afhankelijk van continuïteit, waardoor het van essentieel belang is dat dit soort monumenten geld blijft besteden aan onderhoud en restauratie.”

De nood is hoog, erkent bouwondernemer Gerard den Hoed uit Bergambacht, directeur van een familiebedrijf met ruim dertig man personeel dat sinds 1935 gespecialiseerd is in restauratiewerk. „Er zijn de afgelopen jaren al een stuk of zes, zeven specialistische bedrijven weggevallen”, zegt Den Hoed. „En alle kennis die wegvloeit, komt nooit meer terug.”

De gezamenlijke oproep van kerken, ondernemers en werk­nemers is deze week al gehoord in de Tweede Kamer, maar een motie van het CDA (gesteund door VVD en PvdA) moet dinsdag de bewindsvrouw definitief over de streep trekken. Bussemaker moet –als de volksvertegenwoordiging haar zin krijgt– uiterlijk in mei 2015 de subsidieregels aanpassen. Wanneer dat gebeurt, kunnen ook enkele grote kerken worden aangepakt die bij elkaar al zeventien jaar achterstallig onderhoud kennen.

Kernpunt is dat het voorkeursbeleid van de overheid voor kleine restauratieprojecten niet langer ten koste gaat van de grote kerken, zoals de Der Aa-kerk in Groningen, de Pieterskerk in Leiden en de Oude en de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Die staan nu achter aan de rij.

„Ik vergelijk het weleens met ijsberen en pinguïns in de dierentuin”, zegt Marlo Reeders, voorzitter van het Grote Kerken Overleg (GKO) en directeur van de Stichting Grote Kerk Naarden. „Wanneer je een mandje vis hebt en je geeft alles aan de pinguïns, dan zit je opeens met welvarende pinguïns, maar ook met dode ijsberen. Dat scenario dreigt voor de grote kerken ook.”

Die krijgen volgens haar al jaren geen subsidie omdat de kleine projecten voorgaan. Het GKO stelt de minister voor om van 2015 tot 2020 circa 5,5 miljoen euro aan onderhouds- en restauratie­subsidie te geven. De grote kerken op hun beurt zullen dat bedrag uit particuliere fondsen verdubbelen.

Volgens de vakgroep restauratie verkeren de 37 aangesloten bouwbedrijven in zwaar weer, geen uitzondering in de bouwsector. Die situatie heeft ook gevolgen voor de aanwas van jonge ambachts­lieden, vooral restauratiemetselaars en -timmerlieden. Want een verdere krimp bedreigt het restauratievakmanschap, stelt ambtelijk secretaris Agnes van Alphen van de samenwerkende restauratiebouwers.

Volgens Van Alphen zou minister Bussemaker de kleinschalige vakopleidingen, zoals die van restauratietimmerman, maar ook die van landmeter en worsten­maker, moeten stimuleren.

Het schrikbeeld van de ambachtelijke bedrijven is dat kennis en kunde langzaam verdwijnen omdat de concurrentie met de goedkopere algemene collega’s niet vol te houden is. „De regel ”goedkoop is duurkoop” gaat hier vaak op”, aldus Van Alphen. „Onze leden moeten geregeld schade aan monumenten hers­tellen die is ontstaan door slecht ‘restauratiewerk’ van een on­deskundige voorganger.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer