Vrijwilliger is stok achter de deur bij opruimactie in overvol huis
Na een tumultueus leven betrekt Johan een nieuwe huurwoning. Probleem: zijn veelheid aan spullen kan hij er niet goed kwijt. Het volgepropte Haagse appartement biedt na enkele jaren nog steeds nauwelijks bewegingsruimte. Een vrijwilliger van een diaconale stichting helpt Johan zijn huis op orde te brengen.
Om zijn bezoek te kunnen ontvangen, is Johan (64) drie uur bezig geweest om zijn appartement in de Haagse wijk Moerwijk een beetje schoon te maken en op te ruimen. Vanaf de voordeur heeft hij een smalle doorgang richting de kamer gecreëerd. Links en rechts staan dozen opgestapeld. Het aanrecht in de open keuken staat vol: drie boterkuipjes, een pot chocopasta, pindakaas, knakworsten, een fles ranja, druiven en nog veel meer.
Johan neemt plaats achter zijn bureau, waarop twee computerbeeldschermen staan. Hij heeft een hoekje vrijgemaakt voor een stoel voor vrijwilliger Arnout Cavadino van Stek (voor Stad en Kerk) en voor de verslaggever. De rest van de woonkamer staat vol met dozen en andere torenhoog opgestapelde spullen. Een smalle doorgang leidt naar zijn slaapvertrek en de berging, die eenzelfde aanblik vertonen.
Dakloos
In anderhalf uur schetst de bewoner met ruwe pennenstreken zijn leven. Over zijn vroegere baan als taxichauffeur, relaties die stukliepen, problemen met gemeentelijke instanties, schulden en twee periodes dat hij –onder meer na een brand– dakloos was. En over zijn stichting waarmee hij ”onvrijwillig daklozen” probeert te helpen.
Na het overlijden van zijn moeder in 1992 krijgt Johan psychische problemen, gaat in behandeling bij een psychiater en belandt in de WAO. Later runt hij een hotel voor toeristen en daklozen in twee bij elkaar getrokken panden, waarin hij zelf ook woont. Door een opeenstapeling van tegenslagen –een wanbetaler, een ingetrokken hotelvergunning– raakt hij het onderkomen kwijt en logeert een periode bij kennissen. Zijn volledige inventaris slaat hij op in drie gehuurde containers.
In 2010 krijgt de Hagenaar zijn huidige vierkamerappartement toegewezen en laat hij de inhoud van twee van de drie containers daarheen overbrengen. „Veel heb ik al uitgezocht. Wat weg kon, is naar de vuilnisbelt gegaan, waaronder enkele oude bureaus.” Afgelopen voorjaar haalt hij de inhoud van de derde container in huis, omdat de opslagkosten –300 euro per maand– te zwaar op zijn begroting drukken, mede door de aflossing van oude schulden.
Het kost Johan, die weinig sociale contacten heeft, moeite orde op zaken te stellen. Via de gemeente komt hij in april in aanraking met vrijwilliger Arnout Cavadino van het Stekproject Over de Drempel (zie kader). „Meneer heeft een behoorlijk tumultueus leven gehad”, vat de vrijwilliger diens verhaal samen. „Inderdaad, een beetje chaotisch”, zegt Johan instemmend.
De twee kunnen het goed met elkaar vinden. Johan: „Ik heb zelf om hulp gevraagd, want ik wil niet in deze situatie blijven zitten. Ik heb een stok achter de deur nodig, iemand die me stimuleert. Anders word ik moedeloos.”
Over zijn enorme verzameling spullen, waaronder veel archiefmateriaal van zijn stichting, zegt hij: „Ik moest met al mijn spullen uit twee panden terug naar één appartement en heb indertijd alles overijld ingepakt en opgeslagen. Ik gooi niets zomaar weg. Een oude krant blader ik eerst door om te kijken of er nog een artikel in staat dat ik wil bewaren.”
Plastic handschoenen
Cavadino vertelt dat Johan zijn derde cliënt is. Op eerdere adressen moest hij weleens plastic handschoenen aantrekken om te helpen opruimen in een sterk vervuilde woning. „Een rol als gesprekspartner ligt mij beter. Johan en ik praten vooral. Ik dwing hem niet, maar wacht tot hij zegt: Nu gaan we samen opruimen.”
De vrijwilliger –van professie coach– bezoekt Johan eens per week. Hij geeft aan dat er meer tempo in de opruimwerkzaamheden mag zitten. „Ik zie vorderingen, maar het gaat langzaam. Maar meneer is de baas.” Op zijn mobiele telefoon toont Cavadino een foto van Johan met de eerste doos die hij weg deed. „Een bijzonder moment.”
Johan zegt momenteel weinig tijd te hebben voor het opruimen vanwege de Grote Clubactie, waarbij hij loten verkoopt voor zijn stichting. „Vanaf 27 november kan ik me weer volledig aan m’n huis wijden.”
Wanneer zou hij de woning op orde willen hebben? „Ik hoop voor ik 65 ben, in april volgend jaar.” Cavadino veert op. „Het zou prachtig zijn als we in een opgeruimd huis je 65e verjaardag kunnen vieren. Daar gaan we voor! Als je die mijlpaal haalt, ben je een flinke stap verder in je leven. Dat gun ik je en daaraan wil ik graag bijdragen.”
Johan heet in werkelijkheid anders.
Over de Drempel
De GGD in Den Haag krijgt jaarlijks 180 tot 200 meldingen over mensen in sterk vervuilde en vereenzaamde situaties. Voor hen wordt professionele hulp ingeschakeld, zo mogelijk aangevuld met de inzet van een vrijwilliger. De vrijwilligers voor het project ”Over de Drempel”, waarin de GGD participeert, worden geworven door de Haagse diaconale stichting Stek (voor Stad en Kerk).
„Vrijwilligers hebben meer tijd en vervullen een andere rol dan hulpverleners. Ze komen niet als professional, maar als maatje, met het doel cliënten te motiveren om hun leefsituatie te verbeteren”, zegt coördinator Jan Grotendorst van Stek. Jaarlijks hebben de getrainde vrijwilligers in totaal contact met 25 tot 30 personen. „Niet elke cliënt van de GGD komt voor de inzet van een vrijwilliger in aanmerking, bijvoorbeeld omdat er sprake is van drugsproblematiek.”
De samenwerking met de GGD verloopt volgens Grotendorst goed. „De vrijwilliger loopt soms tegen grenzen aan in situaties met ernstige schulden of psychische problemen en kan dan altijd terugvallen op professionals. Zelf verzorgen we jaarlijks een training voor onze vrijwilligers.”
Over de Drempel is een van de diaconale projecten waarmee Stek sinds 2004 in Den Haag actief is. Morgen viert de organisatie haar tienjarig bestaan met een symposium.