Christenen in Irak zien toekomst somber in
De internationale christelijke organisatie Voice of the Martyrs (VOM) vermoedt dat christenen in Irak nog zo’n twee jaar de ruimte hebben om zich in vrijheid te bewegen. Als de Amerikaanse troepen vertrokken zullen zijn, zal een islamitische regering hen waarschijnlijk weer dwingen ondergronds te gaan.
VOM, een organisatie die opkomt voor vervolgde christenen wereldwijd, bezocht Irak meerdere malen en keerde juist dezer dagen terug van een missie. Volgens medewerker Todd Nettleton zijn de Iraakse christenen blij dat Saddam Hussein uit het zadel is geholpen. Zijn gevangenneming stemt velen in Irak positief: de komende tijd zal er meer ruimte voor hen zijn.
Maar, voegt Nettleton eraan toe, de christenen in Irak zijn weinig hoopvol gestemd over de vooruitzichten voor de lange termijn. „Ze spreken over een periode van twee jaar waarin sprake zal zijn van relatieve vrijheid: zolang de Amerikaanse troepen er zijn om de overgang naar een nieuwe regering te begeleiden.”
Volgens de VOM-woordvoerder gaan de christenen ervan uit dat na het vertrek van de Amerikanen de situatie voor hen zal verslechteren. „Ze realiseren zich dat er op een gegeven moment weer een regering aantreedt die hoogstwaarschijnlijk islamitisch zal zijn. Hun vrijheden zullen dan opnieuw worden beknot.”
De houding van Iraakse kerkleden is op dit moment pragmatisch, aldus Nettleton. „Ze zeggen: Mooi, we hebben een periode van twee jaar; laten we zo veel doen als we kunnen, en laten we ons alvast voorbereiden op het moment dat we straks weer ondergronds moeten.”
Nettleton wijst erop dat de christenen in Irak minder dan 3 procent van de bevolking uitmaken. De kleine gemeenschap is getroffen door de oorlog en door Saddams tirannie, die meer dan twee decennia heeft geduurd.
In grote delen van de wereld staan christenen onder druk, concludeerde de commissie godsdienstvrijheid van de World Evangelical Alliance (WEA) vorige maand. Vooral in Afrika en Azië, onder meer als gevolg van toenemend moslimextremisme. In landen als Eritrea, Irak en Sri Lanka zijn de omstandigheden in het achterliggende jaar „ernstig en snel verslechterd”, stelt de commissie. Christenen in Afghanistan, Bhutan, China, India, Noord-Afrika en Somalië hebben het „zeer moeilijk”, terwijl het in Bangladesh, Wit-Rusland, Indonesië, Pakistan en Turkmenistan „van kwaad tot erger gaat.” „Niet te tolereren” is volgens de WEA de situatie in Iran, Laos, de Maldiven, Noord-Korea, Saudi-Arabië en Vietnam.