Shukri F.: zelfverzekerd en invloedrijk
DEN HAAG. Kan de stuwende kracht achter een Syriëganger zijn kersverse vrouw zijn? Volgens het OM wel. Shukri F, in 1994 geboren in Somalië, zou een goede ronselaar zijn voor de jihad.
Haar eerste en haar tweede man plus verschillende vriendinnen reisden allemaal af naar Syrië – net als zijzelf. „Gewoon toevallig”, noemt Shukri F. dat. Sommigen van die vriendinnen dichten F. echter een sterke overredingskracht toe.
Van die overredingskracht is op het eerste gezicht weinig te merken. F. spreekt zacht; haast timide. Na een langdurige ondervraging, maandag in de Haagse rechtszaal, kan ze het even niet meer aan en barst ze in huilen uit.
Ze is van top tot teen in islamitische kledij gehuld. Die draagt ze sinds ze zich verdiepte in de islam. Met een aantal „zusters” organiseerde ze religieuze bijeenkomsten.
In haar dossier zitten tal van uitspraken die lijken te wijzen op ronselen, maar F. ontkent vrijwel alle feiten. Toch rijst langzaam het beeld op van een vrouw die weet wat ze wil: haar versie van de islam promoten. In die versie past afreizen naar Syrië erg goed. Zo stimuleerde ze volgens justitie verschillende meisjes om bruid te worden voor jihadstrijders in Syrië, „voor broeders die willen trouwen.”
Zelf had ze dat geluk om jihadbruid te worden in eerste instantie niet. Haar eerste man vertrok weliswaar al een maand na het islamitisch huwelijk naar dat land, maar F. bleef achter.
Twee maanden later, terwijl haar man nog in Syrië zat, werd het huwelijk op haar voorstel echter alweer ontbonden. Kort daarna kwam F. via sociale media in contact met Maher H., met wie ze al snel trouwde voor de islamitische wet. Opnieuw kwam Syrië ter sprake. Ditmaal was het de bedoeling om samen naar Syrië te vertrekken.
Zo geschiedde. In juli 2013, enkele dagen na hun huwelijk, vertrokken Shukri F. en Maher H. In de koffer gingen voor de zekerheid vast babykleertjes mee. Inderdaad raakte F. in Syrië zwanger, maar ze zou er niet bevallen. Dat gebeurde eind juni, weer veilig terug in Nederland.
Haar man zat toen al vast. Pas gisteren konden beiden weer uren naast elkaar zitten – zij het in de beklaagdenbank van de rechtszaal.