In Erfurt ging voor Luther de Bijbel open
ERFURT. In het Augustijnenklooster in Erfurt worstelde Luther met de Bijbel. Hij maakte er voor het eerst in zijn leven kennis mee. Tot zijn grote schrik zag hij dat wat hij daar las, in tegenspraak was met de leer van de kerk, aldus een tentoonstelling in het klooster. De kiemen van de Reformatie zijn in Erfurt gelegd.
Maarten Luther begon in 1501 aan de studie van de ”vrije kunsten” aan de Erfurter universiteit, waarna hij zich in de rechten zou specialiseren. In die tijd voelde hij zich geestelijk neerslachtig, zo vermeldt de expositie in Erfurt. In zijn treurigheid en onrust begon de jonge student de Bijbel te lezen, die hij in de universiteitsbibliotheek gevonden had. Luther had tot zijn twintigste levensjaar geen Bijbel gezien en wist niets van de evangeliën en de brieven van Paulus.
Het was een situatie die voor die tijd niet ongebruikelijk was. Sinds de vijftiende eeuw waren er veel Bijbelgedeelten in de volkstaal in omloop, maar die waren weggelegd voor de geletterde theologen, die overigens meer uit de voeten konden met de scholastieke werken en de compendia van citaten van kerkvaders uit de middeleeuwen. De Bijbel lag in de zogenoemde duistere middeleeuwen niet aan de ketting, maar werd wel als een gevaarlijk boek voor ‘leken’ weggehouden. Immers, veel ketterse bewegingen waren Bijbelbewegingen geweest.
Onweer
Op 2 juli 1505 kwam Luther, op weg naar Erfurt vanuit Mansfeld –waar hij zijn ouders had bezocht– in Stotternheim bij Erfurt in een zwaar onweer terecht. Door doodsangst aangegrepen wierp hij zich op de grond en riep uit: „Help, heilige Anna, ik wil monnik worden.”
In een terugblik op deze situatie merkte hij op dat hij „uit schrik en uit angst voor een plotselinge dood overweldigd”, een gedwongen gelofte aflegde om in het klooster te treden.
Krap twee weken later, op 17 juli 1505, klopte Maarten aan de kloosterpoort in Erfurt aan en trad hij toe tot de orde van de augustijnen. Het betekende een breuk in zijn leven, waarover vooral zijn vader, Hans Luther, ontsteld was. Immers, hij zag voor zijn zoon Maarten een carrière in de rechten in het verschiet liggen.
Luther ontpopte zich als een overijverige monnik. De strenge kloostervoorschriften en de gehoorzaamheid aan de leidinggevenden („zelfs een blad uit de tuin mocht niet zonder toestemming geplukt worden”) onderging Luther graag. Hij vastte vrijwillig, sliep ’s nachts in het koude klooster zonder dekens en bracht regelmatig de nacht biddend door.
Priester
Luther wilde, zo valt te lezen in een kloosterbrochure, tegen elke prijs de genade van God bereiken. Maar al zijn biechten hielp hem niet de zonden onder de knie te krijgen. Een biechtvader moest Luther vermanen vanwege diens al te grote strengheid: „Jij bent een nar, God toornt niet op jou, maar jij toornt op Hem!”
Na het beëindigen van het noviciaat in september 1506 werd Luther op 3 april 1507 in de Erfurter dom tot priester gewijd. Op 2 mei 1507 las hij daar zijn eerste mis.
Het augustijnenklooster is bekend geworden vanwege het bezoek dat paus Benedictus XVI eraan bracht op 23 september 2011 met voorzitter Nikolaus Schneider van de Evangelische Kerk in Duitsland (EKD). De paus merkte bij deze gelegenheid op dat de vraag van Luther naar een genadige God een relevante vraag is voor de kerk van vandaag. Benedictus schonk het klooster een oude codex van de brieven van Paulus.
Interessant, want juist deze brieven waren voor Luther een bron van vragen en tobben. Wat moest er onder de gerechtigheid van God verstaan worden, waarover Paulus het in zijn Romeinenbrief had? In zijn vrije momenten bracht Luther veel tijd in de kloosterbibliotheek door om de Heilige Schrift te lezen. „Al in een vroeg stadium verraste de tegenstelling tussen de Bijbelse uitspraken en de leerstellingen van de kerk van zijn tijd hem”, becommentarieert de expositie.
Luthers kloosterbroeders begrepen hem niet. „Zij werkten liever voor het klooster dan in de Bijbel te zitten lezen.” Luther kreeg ook tegenstrijdige adviezen. Zijn leraar Bartholomäus Arnoldi von Usingen keerde zich tegen zijn bezig zijn met de Schrift, omdat die „de aanleiding van alle opstanden” zou vormen. Abt Johannes von Staupitz stimuleerde Luther echter tot Bijbelstudie.
Altaar
Zo deed zich in Erfurt een uitzonderlijke situatie voor van een eenzame kloosterling die worstelde met geestelijke vragen waar zijn collega’s geen oog voor hadden. Kwam de historische roeping van Luther al in Erfurt openbaar? Daar ging in ieder geval de Bijbel voor hem open.
Toen later het inzicht in de Schrift ten volle doorbrak, gaf dat ook de stoot tot zijn vertaling van de Schrift, en wel in de taal van „de moeder in huis”, „de kinderen op de straat” en „de man op de markt”, zoals Luther het eens verwoordde. In 1534 was zijn vertaling voltooid, met het succes van een bestseller: tot 1584 werden er in Wittenberg meer dan 100.000 Bijbels in de vertaling van Luther gedrukt.
Midden in de tentoonstellingsruimte staat een afbeelding van een antiek altaar, met als opschrift: ”De onbekende God”. In filmfragmenten passeren de afgoden van deze tijd waar mensen van nu hun hart op zetten.
Luther gaf in Erfurt de onbekende God een gezicht.
Zie ook Puntkomma pag. 17.
Lutherstad speelt in op toerisme
In het klooster van Erfurt is een doorlopende tentoonstelling ingericht met het thema ”Bijbel-klooster-Luther”. In de aanloop naar de herdenking van 500 jaar Reformatie in 2017 pakt het Duitse toerismebureau in de deelstaat Thüringen flink uit met Lutheruitgaven. De Evangelische Verlangsanstalt Leipzig publiceert de reeks ”Orte der Reformation”, waaronder een uitgave over Erfurt. Het is een boek in tijdschriftformaat, met veel illustraties en informatie over onder meer de geschiedenis van kerk, stad en klooster en Luthers verblijf in Erfurt. Erfurt geldt als „de wervelende middeleeuwse metropool, stad van confessionele samenwerking en van de oecumene.”