N. T. Wright: Gerechtigheid betekent verbondstrouw
KAMPEN. Heeft Tom Wright in deze tijd net zulke grote ontdekkingen gedaan in het Nieuwe Testament als Luther tijdens de Reformatie? „Zijn inzichten betekenen beslist een doorbraak, maar er liggen nog veel vragen.”
Met die conclusie verwoordde nieuwtestamenticus dr. Joel White de teneur van een congres over ”Paulus en de rechtvaardiging” vrijdag in Kampen, georganiseerd door de gereformeerd-vrijgemaakte Theologische Universiteit. In een Bovenkerk met zo’n 225 aanwezigen uit alle hoeken van kerkelijk Nederland sloot de wereldwijd vermaarde exegeet N. T. Wright een week vol lezingen, gesprek en discussies in Nederland af.
In zijn openingsreferaat zette de anglicaanse nieuwtestamenticus de belangrijkste punten uit zijn boek over ”Paul and the Faithfulness of God” (Paulus en Gods verbondstrouw) nog eens helder uiteen. Paulus werd volgens hem groot binnen een „hoopvol verhaal”: „Voor westerlingen in een seculiere samenleving is het moeilijk in te leven voelen, maar in het Jodendom van destijds leefde op grote schaal de verwachting dat God zou terugkomen nadat Hij het volk Israël min of meer had verlaten door het in ballingschap te sturen. God had immers beloofd dat Hij uiteindelijk heil zou brengen.”
En dat heil was concreet en aards van karakter, aldus Wright. Na de val van de mensheid was God opnieuw begonnen om het via Abraham en de Thora tot de volkeren te brengen. Maar ook Israël was niet trouw aan God. „De tijd tussen het Oude en het Nieuwe Testament is dan ook een tijd waarin de grote vraag is hoe het nu verder moet. Daarop is Christus het antwoord. Door het volk dat „in Hem” is, zal God de wereld vernieuwen. Hij is de climax van het verhaal.”
Het voor Paulus zo belangrijke begrip ”gerechtigheid” leest Wright als ”verbondstrouw”. „Hoewel Israël ontrouw was, is God Zelf trouw gebleven aan Zijn verbond. Hij heeft in Jezus Christus Zelf een Israëliet gegeven die wel trouw was en door Wie Hij dus de wereld kon vernieuwen.”
Wie in Christus gelooft, heeft volgens Wright deel aan de verbondstrouw van Christus. Het zelf vervullen van de Thora is niet meer nodig. „Zo word je rechtvaardig voor God.” Hij heeft moeite met de gedachte van een imputatie of toerekening van een ”vreemde gerechtigheid”. „In de brief aan de Galaten heeft Paulus het wel over rechtvaardiging, maar nauwelijks over zonde en behoudenis. Zijn onderwerp is hier duidelijk de relatie tussen Joden en heidenen.”
Relationeel
Wrights visie kon rekenen op de nodige kritiek van dr. Chris Thomson uit Cambridge. Het Oude Testament geeft volgens hem geen aanleiding om ”gerechtigheid” gelijk te stellen aan ”verbondstrouw”. „Zoals het woord ”bal” bij een potje cricket wel verwijst naar de cricketbal maar daarom nog niet iedere bal een cricketbal is, zo staat ook het woord ”gerechtigheid” soms wel in het kader van het verbond, maar valt het er zeker niet altijd mee samen. Het kan wel degelijk toegerekend worden.”
In zijn reactie toonde Wright zich verbaasd. „Dit is óf een heel oude, óf een heel nieuwe opvatting. Maar het Bijbels-theologisch onderzoek zoals ik dat tegenkom in alle recente woordenboeken zegt dat gerechtigheid een relationeel en verbondsmatig begrip is. Uw kritiek betreft de resultaten van honderd jaar exegetisch onderzoek.”
Dr. Joel White, nieuwtestamenticus uit Cambridge, benadrukte dat hij het op veel meer punten eens dan oneens was met Wright en dankte hem voor zijn „grote inzet om het verhaal van God goed te leren begrijpen.” Het idee dat de ballingschap belangrijk is om Paulus te begrijpen had Wright volgens hem echter verder moeten uitwerken. „Ten aanzien van de verkondiging van Johannes de Doper en Jezus ben ik overtuigd. Maar bij Paulus lijkt het me minder duidelijk.” Wright antwoordde door te verwijzen naar Romeinen 10, waar Paulus volgens hem duidelijk in gesprek is met wat Deuteronomium 30 over de ballingschap zegt.
Op een vraag uit het publiek naar Wrights visie op Israël reageerde hij voorzichtig. „Dit is een heel delicate kwestie en alles wat ik nu kan zeggen is eenzijdig. Maar wat me van belang lijkt, is dat iedere Messiaanse beweging ten tijde van Jezus wel van zichzelf moest stellen dat Gods beloften in die beweging vervuld waren. Dat lag in de aard van de verwachting. Het meest Joodse van het Nieuwe Testament is dus zogezegd juist de vervullings- of vervangingsgedachte.”
Op de bijeenkomst werd ook een nieuwe Nederlandse vertaling van een van Wrights boeken gepresenteerd: ”Hoe God Koning werd”.