DEN HAAG. Het kabinet wil doorwerken na het bereiken van de AOW-leeftijd eenvoudiger maken. Zo wordt voorkomen dat ervaring onnodig verloren gaat.
Volgens de Volkskrant van vrijdag wil het kabinet dat regelen in de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd, die op 1 januari 2016 van kracht moet worden. De ministerraad zou het voorstel van minister Asscher van Sociale Zaken vrijdag bespreken, aldus de krant.
Het wetvoorstel voorziet in diverse maatregelen om het werken na de pensioenleeftijd te stimuleren. Werkgevers hoeven een gepensioneerde straks bijvoorbeeld nog maar zes weken loon door te betalen als deze ziek wordt in plaats van twee jaar. Die loondoorbetaling is nu voor veel werkgevers nog een hinderpaal om gepensioneerden in dienst te nemen of te houden.
Eerder is al geregeld dat een werkgever het contract bij het bereiken van de AOW-leeftijd zonder tussenkomst van UWV of rechter kan opzeggen en er geen ontslagvergoeding verschuldigd is. Wanneer een AOW’er daarna in vaste dienst wordt genomen, gelden wel weer de gewone ontslagregels.
Het aantal werkende 65-plussers neemt de laatste jaren sterk toe. Afgelopen voorjaar werkten er volgens het CBS 110.000 gepensioneerden. Zij zijn veel goedkoper voor de werkgever, omdat de meeste werknemersverzekeringen voor hen niet gelden.
Vakorganisatie RMU vreest dat oudere werknemers jongeren en zzp’ers straks zullen verdringen. „Een AOW’er kan tegen een veel lager tarief zijn diensten aanbieden. Hij betaalt geen AOW-premie meer. Bovendien hoeft de werkgever geen WW-premie af te dragen”, aldus coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid Chris Baggerman.
Ook CNV-voorzitter Maurice Limmen reageert in de Volkskrant negatief op het wetsvoorstel. Naast de mogelijke verdringing van jongeren beperkt het voorstel volgens hem de bescherming van gepensioneerde werkenden bij ziekte.