Particulieren uit het Groningse aardbevingsgebied die hun huis na 25 januari vorig jaar hebben verkocht, konden bij de NAM een verzoek tot financiële compensatie indienen. De NAM kreeg 237 aanvragen binnen. Daarvan zijn er nu 45 behandeld.

De 24 voormalig huiseigenaren krijgen een compensatie van tussen de 1 en 5 procent van de verkoopprijs. De NAM wil geen bedragen noemen. Per huis is bekeken of de waardedaling het gevolg is van het risico op aardbevingen in het gebied. Ook is de prijsontwikkeling van de woningen vergeleken met huizen in een vergelijkbaar gebied in Nederland waar geen risico op aardbevingen is.

De regeling geldt alleen voor mensen die hun huis na 25 januari vorig jaar hebben verkocht omdat minister Kamp op die datum bekendmaakte dat de bevingen in Groningen mogelijk zwaarder kunnen worden dan eerder werd aangenomen.

De Groninger Bodem Beweging, die 2500 leden telt, reageert woedend op de compensatievoorstellen. Woordvoerder Dick Kleijer noemt het „volstrekt ongeloofwaardig” dat de woningprijzen in het gebied met 1 tot 5 procent gedaald zouden zijn.„Dit is niet te filmen en knieperig tot op de cent”, reageert hij.

De Dialoogtafel, een overlegorgaan waarin ook de GBB zitting heeft, kondigde onlangs al aan zelf onderzoek te laten doen naar de waardedaling van huizen in het aardbevingsgebied. Dat was een reactie op de bewering van Minister Kamp van Economische Zaken dat uit onderzoek zou blijken dat er nauwelijks sprake is van waardedaling.

Volgens de stichting WAG, die 550 huiseigenaren en 12 woningcorporaties vertegenwoordigt, blijkt uit taxaties dat de huizen in het bevingsgebied 5 tot 25 procent minder waard zijn geworden. De stichting daagde begin dit jaar de NAM omdat ze vindt dat die verantwoordelijk is voor waardedaling van alle huizen in het gebied. De stichting vindt ook dat de NAM waardevermindering meteen moet vergoeden en niet moet wachten totdat de huizen zijn verkocht.