In 2013 kwam ze met het plan voor één Europese telecommarkt. Dat duurde volgens Kroes zo lang omdat „de telecomsector in een comfortabele positie zat”. „Het privatiseringsproces uit de vorige eeuw is nooit goed afgemaakt. Het had sneller en rücksichtloser gemoeten. Maar we zijn ook een democratie. Niet alle landen vinden een digitale agenda belangrijk.” Als voorbeeld noemt ze Duitsland, dat de telecomsector volgens Kroes vooral op nationaal niveau belangrijk vindt.

Op de vraag wat Nederland aan haar gehad heeft, zegt Kroes: „Dat ik de digitale agenda op de kaart heb gezet. Ik heb zowel in mijn tijd als commissaris voor concurrentie als in deze tijd iedereen gelijk behandeld. Soms zag ik meer aardige gezichten in Nederland en soms minder, maar uiteindelijk, ook met de bankensteun, ging het om de consument.”

De EU-commissaris zegt „met opgeheven hoofd” te vertrekken. „Ik hoor, als ik in Nederland over straat loop, nooit: wat ben je een kolerewijf.”