Kerk & religie

Citeren uit de Bijbel in debat is voor Paul Cliteur als Russisch praten

GRONINGEN. Hoe moet de Nederlandse overheid zich verhouden ten opzichte van religie? „Ze moet geloven ontmoedigen”, stelde filosoof en atheïst Floris van den Berg dinsdag tijdens het Groninger debat ”God: openbaar of privé?”

Van een medewerker
29 October 2014 10:55Gewijzigd op 15 November 2020 13:56
Atheïsten en theïsten debatteerden dinsdag in Groningen over ”God: openbaar of privé". beeld RD
Atheïsten en theïsten debatteerden dinsdag in Groningen over ”God: openbaar of privé". beeld RD

Bisschop dr. Gerard de Korte vindt daarentegen dat de overheid moet opkomen voor de rechten van minderheden. „We leven in een pluriforme samenleving. Nu er de laatste jaren een seculiere meerderheid is ontstaan, hoeft dat nog niet te betekenen dat minderheden meteen hun rechten verliezen.”

Het debat, waaraan ook rechtsfilosoof prof. dr. Paul Cliteur en ds. Karin van den Broeke, preses van de Protestantse Kerk in Nederland, meededen, had plaats in debatcentrum DwarsDiep in Groningen op initiatief van het Atheïstisch Verbond. Een van de aanleidingen vormde de recente uitspraak van de PKN-preses dat koning Willem-Alexander te weinig zou laten merken van zijn geloof in God.

Debatleider dr. Hans Harbers probeerde voorafgaand aan het debat wat helderheid te scheppen door onderscheid te maken tussen de verhouding kerk en staat aan de ene kant en de verhouding religie en politiek aan de andere kant. De verhouding tussen kerk en staat handelt volgens Harbers over de neutraliteit van de overheid. De verhouding tussen religie en politiek betreft de vraag in hoeverre religieuze overtuigingen in het publieke debat een plek moeten kunnen hebben.

Ds. Van den Broeke reageerde dinsdag andermaal op het interview met NRC Handelsblad waarin zij haar uitspraak over de koning deed. Hoewel ze nog steeds achter het interview staat, betreurt ze het ontstane beeld dat zij namens de PKN de koning zou hebben opgeroepen meer van zijn geloof te getuigen. „Mij werd gevraagd of ik onze koning als de eerste god-loze koning zag. Dit leek mij onzin. Vervolgens werd mij gevraagd of ik niet vond dat de koning in zijn toespraken God weinig ter sprake bracht en of ik dit jammer vond. Ik kon dit inderdaad niet ontkennen. Ik heb enkel willen zeggen dat ik het goed vind dat we weten wat iemands drijfveren zijn en waar iemands overtuigingen in wortelen. Vervolgens komt er dus een interview met een kop en een inleiding die mijn uitspraken in een ander licht zetten.”

Ten aanzien van de verhouding tussen kerk en staat is ds. Van den Broeke van mening dat beide moeten blijven bij hun eigen verantwoordelijkheid. De overheid moet zorgen voor recht en vrede en de kerk mag als dat nodig is de overheid kritisch aanspreken zoals dat in het verleden ook gebeurde rond het vreemdelingenbeleid.

Prof. Cliteur gaf aan dat de koning zich niet moet uitspreken over zijn religieuze overtuigingen. „Koning Willem-Alexander moet een koning zijn voor alle Nederlanders. Zoals hij zich niet uitlaat over zijn politieke voorkeur of over zijn favoriete voetbalclub, moet hij dat ook niet doen ten aanzien van religie.” Om dezelfde reden moet de staat volgens prof. Cliteur neutraal zijn. In het debat pleit hij voor een neutrale taal waarmee de verschillende partijen elkaar ook kunnen overtuigen. „U mag van mij een argument uit de Bijbel gebruiken, net als dat u Russisch tegen mij mag praten. U moet alleen niet verwachten dat ik het begrijp en dat het mij overtuigt.”

Dr. Floris van den Berg bepleit een zo sterk mogelijk secularisme. In zijn betoog stelde hij dat wanneer iemand van twaalf jaar nog steeds in God gelooft, er iets mis is gegaan in het onderwijs. Kinderen moeten volgens hem door de overheid beschermd worden voor de gevaarlijke kanten van religie, zoals besnijdenis. „Een postzegelverzamelaar verminkt zijn kind toch ook niet door een kartelrandje in zijn oor te plaatsen? De overheid moet ervoor zorgen dat kinderen vrij worden opgevoed, zodat ze zelf de keuze voor of tegen religie kunnen maken.”

Mgr. De Korte reageerde daarop door te stellen dat ouders in de opvoeding het beste aan hun kinderen geven wat ze te bieden hebben. „Voor joden is de besnijdenis als teken van het verbond heel belangrijk. Ik heb joden zelfs horen zeggen dat ze Nederland verlaten wanneer ze hun kinderen niet meer mogen besnijden.”


Lees ook:

Preses PKN: We horen de koning weinig over zijn geloof

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer