Vorige week trokken de Houthi-strijders Radda binnen, nadat een bataljon van het Jemenitische leger zijn posities in de stad had opgegeven. De bevelhebber van het bataljon is naar verluidt een aanhanger van de in 2011 verdreven president Ali Abdullah Saleh. De partij van Saleh heeft zich achter de Houthi’s geschaard en zij strijden nu samen tegen de islamistische Islah-partij en de Al-Ahmar-stam, die van oudsher de dienst uitmaakten in Jemen.

De Houthi’s hebben naar verluidt goede banden met het sjiitische regime in Iran en hebben in september de hoofdstad Sanaa ingenomen. In de stad wordt nog altijd strijd geleverd tussen de Houthi’s en de Jemenitische tak van het soennitische Al-Qaida. Een vredesovereenkomst tussen de Houthi’s en de regering heeft tot dusver niet geresulteerd in het staken van de gevechten.

De Jemenitische president Abed Rabbo Mansour Hadi heeft afgelopen weekeinde voor het eerst fel uitgehaald naar de Houthi’s. „De gewapende expansie van de Houthi’s is onbegrijpelijk en onacceptabel, omdat ze een vredes- en samenwerkingsovereenkomst hebben getekend”, zei Hadi zondag op een bespreking van de Nationale Defensieraad.

Het offensief van de Houthi’s heeft Jemen verder in chaos gestort. Niet alleen zucht het land onder de terreur van Al-Qaida in Jemen en de opmars van de sjiitische rebellen, ook is er sprake van een verlammende armoede die heeft geleid tot rebellie. Bovendien woedt in het zuiden van Jemen, dat ooit onafhankelijk was, een onafhankelijkheidsstrijd.