Oekraïne: Porosjenko is de president van het compromis
KIEV. De Oekraïense president Petro Porosjenko heeft de oosterse regio’s meer zelfbestuur gegeven. Het verzet hiertegen groeit. Gaat hem dat opbreken? Misschien niet alleen bij de parlementsverkiezingen van morgen.
Met zijn zessen liggen ze begraven op een rij, vijf soldaten en een journalist. Bij elk graf een foto van het slachtoffer. Kunstbloemen in felle kleuren omringen de zes graven op de militaire begraafplaats Loekjanovskaja in de Oekraïense hoofdstad Kiev. De zes mannen kwamen om bij de oorlog in Oost-Oekraïne, waar het Oekraïense leger het opneemt tegen pro-Russische separatisten.
Ze liggen tussen gesneuvelden uit eerdere oorlogen. Nu kent Oekraïne opnieuw oorlogsslachtoffers. In de lente namen pro-Russische rebellen delen van Oost-Oekraïne in om een eigen volksrepubliek op te richten. Het Oekraïense leger begon een tegenoffensief dat na enkele successen stokte. Ondanks de wapenstilstand van september vechten beide partijen door.
Het gebrek aan terreinwinst heeft president Porosjenko wellicht doen beseffen dat Kiev de strijd niet kan winnen. Deze week zette hij zijn handtekening onder een nieuw plan: de gebieden die in handen zijn van de rebellen krijgen drie jaar zelfbestuur. Met als doel de situatie in het oosten te normaliseren. Een omstreden maatregel. Niet iedereen onder de bevolking steunt Porosjenko’s plan. Waarvoor zijn deze Oekraïense soldaten gedood als de president het land ineens weggeeft?
Op de militaire begraafplaats Loekjanovskaja schuifelen de 76-jarige Svetlana Sjemijonko en haar vriendin Svetlana Rozova langs elk van de zes graven. Dan lopen ze door naar Sjemijonko’s vader. Ze halen de takken en herfstbladeren weg en leggen verse bloemen neer. Hij vocht bij de slag om Stalingrad, om na de Tweede Wereldoorlog te sterven. De twee vriendinnen snappen de frustraties over Porosjenko’s plan, maar staan desalniettemin achter hem. „Hij is de president van het compromis en hiermee zet hij een stap richting vrede”, vindt Sjemijonko.
In het centrum van Kiev valt niet te ontkomen aan de oorlog. Als de terrassen op een vrijdagavond vol zitten, lopen twee jongens langs om geld op te halen voor de antiterreuroperatie, zoals de Oekraïense regering de strijd in het oosten noemt. Op het Onafhankelijkheidsplein, waar afgelopen winter de revolutie losbarstte, zamelen leden van het Donbasbataljon geld in bij hun zwarte jeep.
Een van hen, hij noemt zichzelf Sjah, raakte deze zomer gewond bij de door Oekraïne verloren slag om Ilovajsk, die wordt gezien als het keerpunt in de oorlog. Sindsdien boekte Kiev geen succes meer. Om hem heen zag Sjah andere militieleden sterven. Vrienden noemt hij hen.
Hij komt niet verbitterd over en het verlenen van zelfbestuur kan op zijn goedkeuring rekenen. „Porosjenko is een verstandige president. Aan beide kanten vallen er doden. Er moet vrede komen en dit is een nieuwe stap. Het is zelfs een slimme maatregel. Ze willen toch zo graag voor zichzelf zorgen? Nou, laat maar zien.”
De Russischgezinden zijn van mening dat ze het dankzij de fabrieken en mijnen in hun gebieden financieel zelf wel kunnen redden. Kiev denkt daar anders over. Het baseert die gedachte op de subsidies die het verleent aan de verouderde industrie in Oost-Oekraïne.
Politicologe Joelia Tisjtsjenko (40) deelt de gedachte van Sjah. „Óf die regio’s moeten nu zelf zien rond te komen, óf ze moeten aankloppen bij Rusland. Eens zien wat Moskou dan doet.”
Dat neemt niet weg dat het verzet groeit. Radicalisering ligt op de loer. De nationalistische Oleh Jarosj neemt met zijn Radicale Partij deel aan de parlementsverkiezingen. In de peilingen staat hij tweede achter Porosjenko’s blok. Hij vecht met zijn militie graag door in Oost-Oekraïne en krijgt daarvoor steun van ultranationalistische bewegingen zoals Pravy Sektor (Rechtse Sector). Tisjtsjenko verwacht niet dat Porosjenko voor zijn lot moet vrezen. „Ze missen de brede steun van het volk.”
Dit is het slot van een vierluik over de parlementsverkiezingen in Oekraïne zondag.