Zeeland en West-Brabant herdenken slag om de Schelde
MIDDELBURG. Met een toertocht van oude legervoertuigen door Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Beveland en een defilé in Bergen op Zoom staat Zuidwest-Nederland vandaag stil bij de slag om de Schelde, die het gebied zeventig jaar geleden teisterde én bevrijdde. Over een week herdenkt Vlissingen de strijd die verwoesting én vrijheid bracht.
Hoewel de Duitsers grote stukken land onder water hadden gezet, was de bevrijding van oostelijk Zeeuws-Vlaanderen vlot voltooid. Dat was op 20 september. Om het westen van dat gebied werd tussen 8 oktober en 1 november echter hevig gevochten. Er vielen honderden doden en er werd veel verwoest.
Ondertussen richtten de geallieerden hun blik ook op de overkant van de Westerschelde. Van 17 september tot 30 oktober voerden ze 2219 vluchten tegen Walcheren uit, waarbij 10.219 ton bommen werd gelost. Terwijl de bevrijders op zondag 17 september hun aanval op Eindhoven, Nijmegen en Arnhem begonnen, wierpen ze die dag ook 400 bommen af boven Biggekerke, in een poging de Duitsers te verjagen.
Westkapelle
Om de bezetter sneller en met minder verlies van mensenlevens in het nauw te drijven, besloten de geallieerden een groot deel van Walcheren onder water te zetten. Daarom werd op 3 oktober de dijk bij Westkapelle kapotgebombardeerd. Via pamfletten en radioberichten waren de inwoners gemaand te vertrekken, maar de meesten hadden daaraan geen gehoor gegeven. Waar moesten ze ook heen? Men vermoedde ook niet wat de geallieerden van plan waren, want nooit eerder was het dorp doelwit geweest van bommenwerpers. Die richtten zich altijd op de Duitse kustverdediging een eind verderop.
Het bombardement kostte 157 van de 2369 inwoners het leven. In molen De Roos, meestal de ”molen van Theune” genoemd, kwamen 47 dorpelingen om. Ze hadden gedacht er een veilige schuilplaats te vinden, maar het water overrompelde hen. Puin versperde de uitgang van hun schuilplaats, zodat ze jammerlijk verdronken. Slechts twee mensen wisten uit de molen te ontsnappen, en een van hen kreeg via een kleine opening zijn kind aangereikt door zijn vrouw. Zij verdronk; haar man en kind overleefden het drama.
Vlissingen, al geteisterd door zo’n tachtig bombardementen, kreeg het opnieuw zwaar te verduren: op 7 oktober werden de dijken aan weerszijden van de stad gebombardeerd.
Het bombardement van Westkapelle werd op 17 en 29 oktober herhaald om de onderwaterzetting sneller te laten verlopen. Slechts 50 van de 650 woningen bleven staan, soms zwaar beschadigd.
Moeizaam bevrijd
Ondertussen probeerden de geallieerden vanuit Brabant Zuid-Beveland binnen te dringen, maar de Duitsers zetten hen de voet dwars. Bij de nadering van de geallieerde troepen wilden de Duitsers de Kreekrakdam opblazen, maar op het kritieke moment faalde het ontstekingsmechanisme. Bij de strijd om deze landengte verloren de Canadezen in drie weken tijd meer dan 1500 man. Op 25 oktober werd Rilland als eerste Zuid-Bevelandse gemeente bevrijd.
Een tweede aanval op Zuid-Beveland kwam vanuit het zuiden: vanuit Ossenisse in Zeeuws-Vlaanderen staken de geallieerden in de vroege morgen van donderdag 26 oktober over naar Baarland. Doordat de Duitse verdedigers vanuit Zeeuws-Vlaanderen werden beschoten, werd in Hoedekenskerke veel verwoest.
De geallieerden die waren geland, ontmoetten bij ’s-Gravenpolder de troepen die vanuit het oosten oprukten. Goes en het westelijke deel van Zuid-Beveland werden zonder veel moeite bevrijd. Noord-Beveland was op 2 november van Duitsers gezuiverd, Tholen en Sint Philipsland twee dagen later.
Patstelling
Op 1 november landden de geallieerden bij Westkapelle en Vlissingen. Operatie Infatuate was begonnen. De geallieerden probeerden ook vanaf Zuid-Beveland Walcheren binnen te dringen. Rond de Sloedam ontbrandde een hevige strijd. In Arnemuiden vielen tientallen slachtoffers onder de bevolking. Pas op 8 november was heel Walcheren vrij. Eén gedeelte van Zeeland bleef nog tot mei 1945 in Duitse handen: Schouwen-Duiveland. Vanuit bevrijd gebied werd het eiland vrijwel dagelijks beschoten.
Ook Brabant werd in het najaar van 1944 niet geheel bevrijd. Op 9 november was het gebied ten zuiden van de Bergsche Maas in handen van de geallieerden. Toen kwam het offensief echter tot stilstand. De patstelling tijdens de Hongerwinter werd pas na de bange wintermaanden doorbroken.
’t Gevaar ontkomen
Tijdens de eerste dienst na de Bevrijding zongen we: „Hier scheen ons ’t water t’ overstromen; daar werden wij gedreigd door ’t vuur, maar Gij deed ons ’t gevaar ontkomen, verkwikkend ons ter goeder uur.” Dat hadden we letterlijk meegemaakt.
K. P. Verhulst uit Westkapelle in het Reformatorisch Dagblad van 1 oktober 2004
„We krompen in elkaar van angst”
We brachten de nacht met drie gezinnen door in de provisorisch versterkte stal. Van twee kanten dreunde onophoudelijk geschut: vanuit Zeeuws-Vlaanderen en vanuit de richting van Bergen op Zoom werden granaten afgevuurd naar ons dorp. Canadese infanteristen rukten op langs de dijken. Bij Gawege werd zwaar gevochten tussen Canadese en Duitse troepen. Het mitrailleurvuur ratelde onophoudelijk. De volgende dagen lagen de lijken van de omgekomen militairen nog langs de dijken. Van twee kanten vlogen bommenwerpers over het dorp. Het was één aanhoudende ontploffing. We krompen voortdurend meer in elkaar van angst.
Gert H. Kuijt, ”Wel bevrijd… toch angst. Oorlogshandelingen maart ’44-mei ’45 Krabbendijke en omstreken
De eerste Canadese tanks
Met 125 doden onder de burgerij en 500 vernielde huizen was Oostburg na Breskens de zwaarst getroffen plaats van Zeeuws-Vlaanderen. Op 29 oktober volgde de bevrijding van Zuidzande, waar zestien doden te betreuren vielen. D. Tompot-van der Ham, die met haar gezin en veel andere mensen in een verlaten bunker was gevlucht, beleefde daar tal van angstige uren, vooral in de nacht van 28 op 29 oktober, toen de artillerie Zuidzande voortdurend onder vuur nam. Toen de volgende dag de eerste Canadese tanks het dorp naderden, „zetten de vrouwen het op een schreien. Zelf stond ik te klappertanden en ik drukte de eerste Canadees de hand zoals ik nog nooit iemand bedankt had.”
Hen Bollen en Paul Vroemen, ”Canadezen in actie