Geen carillon op Grote Kerk Goes
Zaterdagmorgen 11 uur: het carillon begint te spelen. Niet dat van de Grote Kerk, maar dat van het er vlakbij gelegen oude stadhuis. De toren van de Grote Kerk staat in de steigers. Het klokkenspel ondergaat een grote opknapbeurt.
De Grote of Magdalenakerk in Goes telt drie ingangen. De rijk versierde deuren aan de zijde van de markt vormden vroeger de hoofdingang. Nu kun je er door een glaswand de kerk inkijken. De hoofdingang zit tegenwoordig aan de westkant, bij het plein.
Dan zijn er nog twee kleine deuren: de ene aan de Korte Kerkstraat, de andere aan de Klokstraat. Bij die laatste staat Henk Verheuvel, voorzitter van de Stichting Vrienden van de Grote of Maria Magdalenakerk Goes die de kerk in erfpacht heeft.
Verheuvel vertelt over de aan de gang zijnde restauratie van de kerktoren, die eigendom is van de burgerlijke gemeente. Bij de laatste grote opknapbeurt van de kerk uit 2001 was de toren niet inbegrepen, maar nodig is de restauratie zeker. „Bij een harde herfststorm zou hij er zomaar af kunnen waaien”, vreest Verheuvel. Het houtwerk heeft geleden onder de boktor. Langer uitstel is niet verantwoord.
De gemeente heeft van de gelegenheid gebruikgemaakt om het carillon te reviseren. De klokken zijn overgebracht naar Koninklijke Eijsbouts in Asten, dé klokkenspecialist. Het klokkenspel bestaat uit 47 klokken van verschillende leeftijden en afmetingen. De jongste klok dateert uit 1969. De grootste klok, met een gewicht van 965 kilo, is vervaardigd in 1766. In plaats van het restaureren van de magneethamers koos men voor een ander systeem voor het automatisch spelen van de melodieën. Ook zal er een nieuwe klok geplaatst worden, een zogenaamde lage-S-klok. Deze zal de Tammingaklok gaan heten, naar de vroegere stadsbeiaardier Sjoerd Tamminga. De totale renovatie kost ongeveer 650.000 euro en zal naar verwachting in februari 2015 zijn afgerond.
Het kerkgebouw is majestueus met zijn grote hoogte en zijn 44 pilaren. Het licht stroomt volop door de ramen naar binnen. Het is 11 uur. Ergens boven ons hoofd begint een beiaard te spelen. Verheuvel glimlacht. „Dat is niet het klokkenspel van deze kerk, maar van het stadhuis dichtbij.” „Maar”, zo voegt hij eraan toe, „het kómt wel uit deze kerk. Toen de toren van de kerk een groter carillon kreeg, bleef het oude speelwerk hier aanvankelijk staan. In 1969 is de oude speeltrommel overgebracht naar het stadhuis, waar een klein carillon zou komen. Beide carillons spelen gewoonlijk ongeveer tegelijk.”
De Goese gemeente ging in 1578 over tot de Reformatie. Het aantal kerkgangers nam af. Alleen het koor was nog in gebruik voor de erediensten, het schip was niet meer nodig. Vanaf circa 1620 scheidde een muur het schip en het koor. De doorgang naast de muur werd gebruikt als verbindingsweg tussen de Kreukelmarkt en de Korte Kerkstraat.
De lege ruimte erachter diende om elkaar te ontmoeten, om steenkool op te slaan en als bergplaats voor de brandspuit. Men noemde dat gedeelte een wandelkerk, vertelt Verheuvel. „De muur is pas bij de restauratie van 1920-1930 verwijderd.”
In de negentiende eeuw diende de voormalige librije als vrouwengevangenis. De deur naar de trap is niet open, maar er is wel gelegenheid om in de consistorie een bord met afbeeldingen van vroegere predikanten te bekijken. Er hangt er een van Herman Witsius, die van 1666 tot 1668 in Goes stond en later hoogleraar werd. Smijtegelt heeft hier van 1692 tot 1695 gestaan. Van de misschien wel beroemdste predikant van deze kerk is echter geen portret bewaard.
Geen geld voor diensten in de winter
De Grote of Magdalenakerk is nog steeds in gebruik voor de eredienst. De protestantse gemeente Goes kerkt er zomer en winter. Op termijn zullen de diensten in de winter vervallen. „De verwarming van zo’n kerk is erg duur”, licht Verheuvel van de stichting Vrienden van de Grote of Maria Magdalenakerk Goes toe.
De stichting werd in 1996 opgericht met als doel geld binnen te halen voor de restauratie van de kerk. Nu is ze verantwoordelijk voor het beheer en de exploitatie. Het is moeilijk om voldoende inkomsten te krijgen, legt de voorzitter, die zelf tot de Gereformeerde Gemeenten behoort, uit. „De stichting verhuurt de kerk voor concerten, congressen en andere plechtigheden, maar er zijn desondanks financiële zorgen. We hopen op nieuwe donateurs.”