Binnenland

Partij voor Zeeland tot op het bot verdeeld over lijsttrekkerschap

MIDDELBURG. De Partij voor Zeeland (PvZ) is tot op het bot verdeeld. Het bestuur wil oprichter en boegbeeld van de partij Johan Robesin geen lijsttrekker maken bij de Statenverkiezingen. Robesin, momenteel fractievoorzitter in de Zeeuwse Staten, dreigt met opstappen.

Jan Dirk van Scheyen
23 October 2014 08:23Gewijzigd op 15 November 2020 13:48
Johan Robesin, huidig boegbeeld van de Partij voor Zeeland. beeld RD
Johan Robesin, huidig boegbeeld van de Partij voor Zeeland. beeld RD

Robesin (72) was zestien jaar geleden een van de oprichters van de PvZ, die opkomt voor Zeeuwse belangen. Sinds 2007 zit hij voor deze partij in de Provinciale Staten.

De partijleden hebben Robesin in mei nog unaniem aangewezen als beoogd lijsttrekker voor de Statenverkiezingen op 18 maart volgend jaar. Maar onlangs nodigde het bestuur hem uit voor een gesprek. „Ik zag alleen maar chagrijnige gezichten tegenover me. Er werd mij toen verteld dat ik als fractievoorzitter niet goed functioneerde en dat mijn communicatie met de achterban beneden de maat was. Toen ik vroeg om met voorbeelden te komen van mijn ondermaats functioneren werd er alleen maar gezegd: „In onze beleving functioneer je niet naar behoren, daar moet je het maar mee doen. Wij hebben nu een andere kandidaat voor het lijsttrekkerschap.””

Dat is Marien Weststrate uit Krabbendijke. De bestuursleden boden Robesin wel de tweede plaats op de kandidatenlijst aan. Robesin, cynisch: „Ik mocht Weststrate dan gaan inwerken. Ik pieker er niet over.”

Extra ledenvergadering

De afdelingen Terneuzen en Vlissingen van de PvZ hebben gemeld het niet eens te zijn met het bestuursstandpunt. Zij menen dat de partijleden –en niet het partijbestuur– het laatste woord hebben over het lijsttrekkerschap.

Zestien leden dienden afgelopen vrijdag een verzoek voor een extra ledenvergadering in. De statuten schrijven voor dat het bestuur binnen twee weken daarop moeten reageren. Gebeurt dat niet, dan kunnen de partijleden besluiten zelf een vergadering te beleggen over het lot van Robesin. Deze: „Als op die vergadering blijkt dat de leden zich achter het bestuur scharen, ben ik hoe dan ook weg.”

Hij voegt er wel aan toe dat hij niet direct uit de partij zal stappen. „Eerst zal ik tot 18 maart mijn Statenwerk afmaken. Dat ben ik aan mijn kiezers verplicht. Ik zal het gedachtegoed van mijn partij tot het laatste moment verdedigen. Bovendien heb ik dit werk altijd met inzet en overgave gedaan. Dat verandert niet.”

Ook als de leden Robesin wel als lijsttrekker kiezen, is de kans aanwezig dat hij zijn partij verlaat. „Want dan zit ik nog steeds opgescheept met ditzelfde bestuur, waarmee ik eigenlijk niets meer te maken wil hebben.”

Kwade genius

Ondertussen weigert Robesin nog langer naast zijn fractiegenoot François Babijn plaats te nemen tijdens Statenvergaderingen. Hij noemt Babijn „de kwade genius” achter zijn val.

Robesin vreest dat zijn partij door de kwestie steeds meer schade oploopt. „Het dreigt te ontaarden in moddergooien. Er worden vreselijke mails over en weer gestuurd. Dit gaat de verkeerde kant op. Ik schaam mij voor deze ordinaire soap. Elk gevoel voor stijl, elk fatsoen ontbreekt op dit moment bij sommigen binnen de partij.”

Partijvoorzitter Marc Rijk zwijgt in alle toonaarden en wil ook niet met de media praten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer