Binnenland

Vrijheid van onderwijs in het geding

De commissie-Blok adviseert ouders meer rechten te geven bij het kiezen van een school voor hun kinderen. Dat moet het ontstaan van witte en zwarte scholen tegengaan. In een oud advies van de Onderwijsraad staat echter dat dit geen zoden aan de dijk zet. Bovendien is het strijdig met het grondwetsartikel over de vrijheid van onderwijs.

20 January 2004 12:02Gewijzigd op 14 November 2020 00:53

„Segregatie in het onderwijs wordt bestreden door de keuzemogelijkheden te vergroten. Gemeenten maken met scholen hierover niet-vrijblijvende afspraken.” Dat is de meest vergaande aanbeveling in het rapport van de commissie-Blok aan de Tweede Kamer voor het onderwijsbeleid.

Wat er precies mee wordt bedoeld, is niet direct duidelijk. Tijdens een nadere toelichting zei Blok maandag dat gemeenten scholen moeten verplichten een bepaald percentage kinderen van allochtone afkomst op te nemen zodat er meer gemengde in plaats van mono-etnische scholen ontstaan. De commissie wil dus nadrukkelijk niet dat gemeenten in elk concreet geval bepalen welke leerling naar welke school gaat.

Daarmee gaat de commissie minder ver dan de Onderwijsraad. Die adviseerde anderhalf jaar geleden in een rapport over de toekomst van artikel 23 dat gemeenten -indien ze dat wensen- tot een dergelijk spreidingsbeleid over zouden mogen gaan. Scholen met een consequent toelatingsbeleid, zoals reformatorische, vrijgemaakte en islamitische, zouden van de regel uitgezonderd moeten worden.

Daarmee is het advies van Blok echter niet minder bedreigend voor het identiteitsgebonden onderwijs. De consequentie van niet-vrijblijvende afspraken over het toelaten van leerlingen en het vergroten van de keuzemogelijkheden voor ouders is namelijk ook een acceptatieplicht voor scholen, zij het voor een nader te bepalen percentage. Ouders en hun kinderen die zich aanmelden, mogen niet worden geweerd. Dat is strijdig met de grondwetsbepaling over de vrijheid van onderwijs. Op basis daarvan hebben scholen momenteel het recht leerlingen die niet bij de grondslag van de school passen, te weigeren. Als het aan Blok en de zijnen ligt, moet die mogelijkheid dus worden ingeperkt.

Nu wil het geval dat de Onderwijsraad in het hierboven genoemde rapport over artikel 23, ”Vaste grond onder de voeten” genaamd, zich al over de optie van Blok heeft gebogen. De raad constateert dat het invoeren van een acceptatieplicht, zoals voorgesteld door Blok, niet het beoogde doel, namelijk een betere mix van witte en zwarte leerlingen, tot gevolg heeft. Wat is namelijk het geval? Vrijwel alle bijzondere scholen hebben al een open toelatingsbeleid en laten alle leerlingen toe die zich aanmelden. Zo hebben bijvoorbeeld de rooms-katholieke scholen in het zuiden des lands verhoudingsgewijs meer allochtone leerlingen dan de openbare. De roomse scholen zijn daar vanouds de volksscholen en de openbare zijn meer voor de elite.

Volgens de Onderwijsraad is het ontstaan van witte en zwarte scholen juist een gevolg van de keuzevrijheid van de ouders. Versterking van dit recht is dan ook geen goed instrument om de tweedeling te bestrijden. Alles blijft dan min of meer bij het oude. Vandaar dat de raad uitkomt bij de mogelijkheid voor gemeenten om te bepalen welk kind naar welke school moet.

De beoogde keuzevrijheid voor ouders die de commissie-Blok wenst, is dus al volop praktijk. Een acceptatieplicht voegt daar niets wezenlijks aan toe. Ouders die zich nu aanmelden bij scholen die een open toelatingsbeleid hebben en worden afgewezen omdat ze niet bij de grondslag van de school passen, kunnen naar de rechter stappen en zullen in het gelijk worden gesteld.

Nu blijkt dat er in de praktijk een gering aantal scholen is dat om leerlingen van buitenlandse afkomst te weren, de identiteit oppoetst of extreem hoge ouderbijdragen vraagt. Daarop richten zich de pijlen van de commissie-Blok. Het gaat dan slechts om enkele scholen. Wijziging van deze praktijken leidt niet tot beëindiging van de segregatie in het onderwijs.

Een algehele acceptatieplicht treft vooral de scholen die nu op basis van hun grondslag een consequent toelatingsbeleid voeren. Dan gaat het vooral om scholen met een uitgesproken christelijke identiteit. Voor hen heeft de plicht om alle leerlingen en ouders die zich aanmelden op te nemen grote gevolgen. In het uiterste geval verdwijnt het eigen school- en opvoedingsklimaat.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer