Ds. Van Roest: Handarbeid goed tegenwicht voor hoofdarbeid
LUNTEREN. Ds. J. D. van Roest heeft een talenknobbel. Hij spreekt Nederlands, Frans, Duits, Engels, Spaans, Italiaans, Indonesisch en Toraja. In al die talen, behalve in het Frans, heeft hij gepreekt. De hervormde emeritus predikant uit Lunteren stond op 11 oktober vijftig jaar in het ambt.
Aan de wand in de woonkamer hangen twee reproducties van schilderijen van Henk Helmantel en een door hem en zijn vrouw geborduurd kunstwerk met een Bijbelse voorstelling: de wegzending van Hagar en Ismaël. „Ik vind het kleurgebruik van Helmantel –per schilderij een relatief klein palet met veel nuances– bijzonder mooi.”
In de hobby die ds. Van Roest na zijn emeritaat oppakte –het maken van quilts– speelt kleurgebruik ook een grote rol. Iets maken met zijn handen geeft hem rust en voldoening.
Blijmoedig
Het geborduurde kunstwerk maakte het echtpaar Van Roest samen rond 1980. Ze deden er een paar jaar over. „Handarbeid is goed als tegenwicht voor hoofdarbeid”, zegt hij. Hij voegt er haastig aan toe dat hij tegenwoordig een andere tendens ziet, namelijk dat sommige predikanten het nu hebben over een veertigurige werkweek. „In de dienst van God mag je geen uren tellen. Dat was voor mij ook niet nodig. Ik mocht het werk blijmoedig doen. Ik ben predikant geworden in de wetenschap geroepen te zijn en heb er geen moment spijt van gehad, ondanks het vele werk.”
Ds. Van Roest spreekt Nederlands, Frans, Duits, Engels, Spaans Italiaans, Indonesisch en Toraja. In al die talen, behalve in het Frans, heeft hij gepreekt. Op het zendingsveld in Indonesië maakte hij zich de Torajataal eigen om met de bewoners van de kampongs in hun eigen taal te kunnen praten. Omdat zijn vrouw een aantal keren malaria opliep, moest het echtpaar na drie jaar terug naar Nederland.
De zending heeft zijn leven blijvend beïnvloed, zegt ds. Van Roest. Hij heeft leren relativeren. „Ik ben in Indonesië gaan zien hoe betrekkelijk allerlei tot principes verheven Nederlandse vormen zijn. In de zending word je teruggeworpen op de kern van het geloof: dat zondaren, die over de hele wereld precies eender zijn, alleen maar zalig kunnen worden door het offer van de Heere Jezus, de enige Zaligmaker.”
Relativeren
Ds. Van Roest is, aan de andere kant, bezorgd over te veel relativeren. Dat komt hij tegenwoordig vaak tegen. „Verdraagzaamheid is nodig, maar we moeten blijven zeggen dat er niet meer wegen tot verlossing zijn dan door Jezus Christus. Ik vrees dat ook in de gereformeerde gezindte soms stiekem gedacht wordt dat het wel mee zal vallen. Als ik hoor hoe gemakkelijk mensen soms zeggen: „We hebben toch allemaal dezelfde God”, houd ik mijn hart weleens vast. Laten we er toch aan vasthouden dat er een hemel is en een hel en dat alleen het offer van Jezus Christus toegang geeft tot de hemel.”
Vrijmoedig
Toen hij voor de GZB werkte, zag de predikant dat mensen in Latijns-Amerika de Heere Jezus Die hun verkondigd werd, „vrijmoedig aannamen.” Ds. Van Roest: „Dat klinkt arminiaans, maar als je doorpraatte, bleken ze verwonderd en dankbaar te belijden: „De Heere heeft me opgezocht.” Misschien hadden die overzeese broeders en zusters wel beter dan veel bevindelijk gereformeerden begrepen wat de uitverkiezing betekent. Voor mij is de uitverkiezing een grote troost, zonder dat daarmee ook maar iets in mindering komt op onze eigen verantwoordelijkheid. Ik weet dat de Heere mij heeft gepakt en me vasthoudt. Als ik het zelf moest doen, kwam er niets van terecht.”
De oudere generatie verschuilt zich volgens de hervormde emeritus predikant nog weleens achter de uitverkiezing „om niet te hoeven geloven. Bij jongeren speelt dat niet. Het gaat bij hen meer om de emotie. Het is jammer dat veel jongeren uit hervormd-gereformeerde gemeenten overgaan naar een evangelische gemeente, waar toch dikwijls sprake is van zelfredzaamheid.”
Doorvragen
Ds. Van Roest ziet meer overeenkomsten dan verschillen tussen het werk in een zendingsgebied en in een traditionele Nederlandse gemeente. „De beste opleiding voor het werken op de Veluwe kreeg ik in Torajaland. Toraja’s en Veluwenaars laten niet gauw het achterste van hun tong zien. In Toraja leerde ik door te vragen. Dat heb ik ook in Nederland gedaan. Het blijkt dat diepgaande gesprekken over het geloof heel goed mogelijk zijn op de Veluwe. Er is hier sprake van veel intens, met het hart beleefd geloof. Als je de Heere liefhebt, mag je dat ook gerust hardop zeggen.”
Ds. J. D. van Roest
Jan Dirk van Roest werd op 23 augustus 1940 in Benschop geboren. Hij studeerde theologie in Utrecht en werd op 11 oktober 1964 hervormd predikant te Schelluinen.
Daarna was hij zendingspredikant in Indonesië (1968). In 1972 werd hij predikant te Ederveen en daarna stond hij te Rouveen (1978). Ds. Van Roest werd in 1982 secretaris buitenland van de Gereformeerde Zendingsbond (GZB). In 1994 ging hij met vervroegd emeritaat.
In de achterliggende jaren heeft ds. Van Roest pastorale arbeid verricht in Schalkwijk, Oosterbeek, Driebergen en in zijn huidige woonplaats Lunteren. Ds. Van Roest preekt nog (bijna) iedere zondag. Volgend jaar stopt hij daarmee.
Het echtpaar Van Roest heeft vijf kinderen en veertien kleinkinderen.