Ministers uiten zorg over hoge koers euro
De ministers van Financiën van de twaalf eurolanden hebben in een gezamenlijke verklaring aangegeven dat zij niet gelukkig zijn met de waardestijging van de Europese munt tegenover de dollar.
Zij waren maandagavond voor een vergadering bijeen in Brussel. „In de huidige omstandigheden benadrukken we het belang van stabiliteit. We zijn bezorgd over buitensporige bewegingen van de wisselkoersen. We zullen de situatie nauwlettend blijven volgen”, legden zij in hun communiqué aan de buitenwacht vast. Vorige week bereikte de euro een recordstand van 1,29 dollar.
Volgens de Ierse bewindsman McCreevy, die dit halfjaar als voorzitter fungeert, is er niet gepraat over eventuele maatregelen. Daarbij valt te denken aan interventies van de centrale banken op de valutamarkten, in de zin van aan- en verkopen in een poging de koersen te beïnvloeden.
Eerder heeft ook president Trichet van de Europese Centrale Bank (ECB) gewezen op het ongunstige effect van de dure euro. Die verslechtert de concurrentiepositie van het bedrijfsleven, remt daardoor de export en dreigt op die manier het herstel van de economische groei te ondermijnen.
Op 6 en 7 februari komen de vertegenwoordigers van de G-7, de zeven belangrijkste industrielanden in de wereld, bijeen. Bij die gelegenheid zal eveneens aandacht worden besteed aan de verhoudingen tussen de verschillende geldeenheden in het internationale verkeer. De Duitse minister Eichel zei blij te zijn dat er in de aanloop naar dat beraad sprake is van een gemeenschappelijk Europees standpunt.
McCreevy vertelde na de ontmoeting met zijn EU-collega’s dat er binnen hun kring weinig steun bestaat voor het besluit van de Europese Commissie om de ruzie over het stabiliteitspact voor te leggen aan het Hof van Justitie. „Maar de lidstaten respecteren het recht om dit te doen”, voegde hij daaraan toe.