Genade
Vrees voor het kwade is een begeerte naar het goede. Het is de vrees om God te beledigen en Zijn geboden te overtreden, vrees om koel te bidden, vrees voor invallende gedachten tijdens het bidden, vrees om hoogmoedig te zijn, vrees om kwade gedachten te huisvesten, vrees, uiteindelijk, om enig kwaad te doen en uw hemelse Vader te bedroeven.Deze vrees is een kenteken van de bekering. Waar de meeste vrees is, is de meeste begeerte. Ik heb een begeerte om u aan te zetten tot begeerte naar genade. Ik denk dat ik zulke beweegredenen uit Gods Woord kan bijbrengen die u of in een gal van bitterheid laten, of u begerig zullen maken naar genade.
Genade is als die arme man waarvan Salomo spreekt in Prediker 9:15. Toen een koning een zekere stad belegerde, had die arme man die stad verlost door zijn wijsheid. Niemand dacht echter meer aan die arme man, want die had die stad door zijn wijsheid bevrijd.
Zo is het ook met de genade. Was er geen genade, wij moesten allen verdoemd worden. Maar zo de genade onder ons de zaligheid aanbrengt, waar is de man die ware achting daarvoor toont, zodat hij ze begeren zou? Alle mensen begeren het goede, de een in rijkdom, de ander in plezier. Weinigen zijn er die het ware goed begeren en dat is genade!
William Fenner, predikant te Rochfort (Schotland) (De rijkdom der genade, 1736)