Kerk & religie

Fouad Masri geeft handvatten voor gesprek met moslims

De Amerikaanse theoloog Fouad Masri is geboren en opgegroeid in een christelijk gezin in Libanon. De burgeroorlog bracht hem er aanvankelijk toe zowel Joden als Palestijnen te haten.

ds. C. W. Rentier

13 October 2014 15:45Gewijzigd op 15 November 2020 13:34
Net als meer christenen die in Libanon gewoond hebben, pleit Masri sterk voor een vriendelijke en behoedzame benadering van moslims. Foto RD, Anton Dommerholt
Net als meer christenen die in Libanon gewoond hebben, pleit Masri sterk voor een vriendelijke en behoedzame benadering van moslims. Foto RD, Anton Dommerholt

Ingrijpende gebeurtenissen bij vrienden en hun reactie erop bewerkten een omkeer bij hem, waardoor hij nu voor moslims een ambassadeur van de vrede van Christus wil zijn.

Na een theologische opleiding in de Verenigde Staten richtte hij samen met anderen het Crescent Project op, een soort stichting Evangelie & Moslims in de VS. The Cresent Project is een zendingsorganisatie die met cursussen en publicaties Amerikaanse christenen bemoedigt om met liefde en respect het Evangelie te delen met moslims die in hun omgeving wonen en werken. Het boekje ”Connecting with Muslims” dat Fouad Masri schreef, is een praktische gids die christenen motiveert om moslims met de liefde van Christus op te zoeken, hen nieuwsgierig te maken naar de Bijbel en op een creatieve manier antwoord te geven op hun vragen.

Op zeven vragen van moslims aan christenen gaat Masri uitgebreider in: Wat denk je van Mohammed? Is het Evangelie vervalst? Wie is Jezus? Wie stierf er aan het kruis? Aanbidden christenen drie goden? Waarom bracht Jezus het kruisoffer? Is het Barnabasevangelie echt?

Net als meer christenen die in Libanon gewoond hebben, pleit Masri sterk voor een vriendelijke en behoedzame benadering van moslims. Hier schiet hij naar mijn mening soms wat in door. Zo raadt hij christenen aan om, wanneer moslims hun de vraag stellen wat zij van Mohammed denken, eerst de goede dingen op te sommen die Mohammed deed. Als voorbeeld noemt hij dat moslims volgens hem meer rechten geven aan vrouwen dan christenen. Hierna kan dan worden gezegd dat er slechts één Verlosser is, Jezus Christus. Ik vraag me af of we het niet aan moslims kunnen overlaten om positieve punten van Mohammed aan te dragen. Tal van vermeende positieve punten komen slechts uit islamitische overleveringen die als doel hebben Mohammed op te hemelen.

Masri stelt dat we de islam, moslims en Mohammed niet moeten bekritiseren. Ik denk echter dat er een legitieme plaats voor debat is. Aan het slot van het boek erkent Masri dit ook. We moeten wel ons huiswerk goed doen als we met kritiek op de islam komen en ons niet baseren op wat we via internet weten te vinden. Wanneer er een relatie van vertrouwen en openheid is gegroeid, kan er een situatie ontstaan waarin moslims zelf de woorden en daden van Jezus en Mohammed kritisch met elkaar vergelijken; dit heeft tal van moslims geholpen een nieuwe keuze te maken.

Masri neemt naar mijn mening te kritiekloos allerlei traditionele opvattingen over Mohammed over. Zo beweert hij dat Khadiedja, de eerste vrouw van Mohammed, christen was of tot een christelijke gemeenschap behoorde. We hebben echter weinig meer dan een vage aanduiding over een christelijke neef die zij had. In de islamitische traditie bevestigt hij de legitimiteit van Mohammeds profeetschap. Ook Masri’s weergave van de islamitische leer van vergeving is onvolledig.

Masri benadrukt pagina’s lang dat het niet ons doel moet zijn om moslims te bekeren, maar ‘slechts’ om hen te bereiken. Dat roept vragen op, want de nadrukkelijke oproep tot omkeer klinkt steeds in het optreden van Jezus en de apostelen. Het lijkt me een gezonde focus voor missionair werk als dat erop gericht is dat mensen tot bekering en tot geloof in Christus komen. Op andere pagina’s blijkt overigens dat Masri wel degelijk deze focus deelt. Zo schrijft hij over allerlei bekeringen die het gevolg waren van getuigende christenen en geeft hij een kant-en-klaar zondaarsgebed om met moslims te bidden. Ook moedigt hij christenen aan om aan het eind van een gesprek over de betrouwbaarheid van de Bijbel aan moslims te vragen of ze Christus willen aanvaarden.

De kritisch noten nemen niet weg dat het boekje als geheel een waardevol pleidooi is met veel concrete en creatieve handvatten voor gemeenteleden om het gesprek met moslims aan te knopen, in het verlangen dat zij tot geloof in Jezus komen. Daarbij adviseert Masri het respect van moslims te vragen dat christenen zelf mogen uitleggen wat ze geloven. Ook zijzelf willen immers niet dat anderen voor hen bepalen wat zij geloven.


Boekgegevens

Connecting with Muslims. A guide to communicating effectively, Fouad Masri; 
uitg. Downers Grove, Illinois (VS), 2014; ISBN 978 0 8308 4420 3; 
194 blz.; € 11,99.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer