Koning kondigt nieuwe invulling Koningsdag aan
DORDRECHT. Koning Willem-Alexander wil op Koningsdag zowel de traditie van zijn moeder als die van zijn grootmoeder voortzetten: hij blijft net als koningin Beatrix het land ingaan, maar wil ook het defilé uit de tijd van koningin Juliana terug.
De vorig jaar ingehuldigde vorst was zaterdag te gast op het jaarcongres van de Oranjeverenigingen en -comités. Een uitgelezen gelegenheid om bekend te maken hoe hij zich de viering van zijn verjaardag voorstelt: juist deze verenigingen en -comités zetten zich, al maanden van tevoren, in om Koninginne- en nu Koningsdag tot een succes te maken. De omschakeling naar een Koningsdag nieuwe stijl valt ook nog eens samen met de viering van het 200-jarig bestaan van het Koninkrijk der Nederlanden.
Zo’n heel grote omschakeling wordt het overigens nu ook weer niet. Als koninklijke familie het land ingaan is na 33 jaar nog altijd een beproefd concept. Dat blijft de koning dan ook doen.
Kleinere plaatsen komen voor het bezoek echter niet meer in aanmerking; de vorst kiest voor steden die in hun regio een centrumfunctie vervullen. Die plaatsen krijgen de gelegenheid zichzelf én de streek optimaal te presenteren. De gebruikelijke wandeling wordt gehandhaafd, om „zo veel mogelijk mensen uit de stad en streek te ontmoeten. Dat vertrouwde element houden we graag vast”, zei de koning in de Dordtse Grote Kerk.
Defilé
Dat koningin Beatrix vanaf 1981 het land inging, paste bij het modernere koningschap: de vorst ging naar het volk in plaats van andersom. Dat wil haar oudste zoon graag handhaven. Maar iets uit de oude tijd komt toch weer terug: het beroemde jaarlijkse defilé zoals koningin Juliana dat tot 1980 in de paleistuin van Soestdijk hield. Met zijn broers, neven en nichten heeft Willem-Alexander daar vaak op het bordes gestaan.
Hij houdt het defilé straks niet voor Huis ten Bosch als hij er –na de restauratie van de komende jaren– gaat wonen, of bij Noordeinde, zijn werkpaleis, maar in de plaats die hij met een bezoek vereert. „Zo kan op Koningsdag een element uit vroeger jaren in een andere, nieuwe gedaante terugkeren”, zei de koning zaterdag in zijn toespraak. „In meer dan 120 jaar heeft Koninginnedag –nu Koningsdag– zijn waarde bewezen als een samenbindend feest dat heel veel mensen in ons Kkoninkrijk –en zeker ook onze familie– dierbaar is.” Het was volgens de koning ook een feest dat zich „altijd heeft aangepast aan nieuwe tijden.”
Het defilé moet een feestelijke ”grande parade” worden. Hoe die optocht eruit moet zien, staat nog niet vast. Alles is mogelijk, zei de koning. Hij hoopt op een kleurrijk spektakel met bijvoorbeeld muziek, sport, cultuur, design en sociale initiatieven.
Koningsdag wordt volgend jaar op de 48e verjaardag van de monarch gehouden: 27 april. De eerste Koningsdag was dit jaar op 26 april, omdat 27 april een zondag was.
Prinsessedag
De traditie begon ooit als Prinsessedag, bij de viering van de vijfde verjaardag van prinses Wilhelmina, op 31 augustus 1885. Vanaf 1891 werd het Koninginnedag genoemd, want officieel was het tienjarige prinsesje haar overleden vader, koning Willem III, opgevolgd. Tot 1898 werd het koningschap voor de minderjarige Wilhelmina overigens waargenomen door haar moeder, koningin-regentes Emma.
Van 1949 tot 2013 is Koninginnedag op 30 april gehouden, de geboortedag van koningin Juliana. Zij nam, in tegenstelling tot haar moeder, zelf deel aan de viering. Jaarlijks nam ze bij Paleis Soestdijk een bloemenhulde in ontvangst. Dit groeide uit tot een groots defilé, met ontmoetingen in de paleistuin.
Steeds meer mensen kregen vrij op 30 april, zodat Koninginnedag kon uitgroeien tot de landelijke feestdag die hij nu al decennia is.
Koningin Beatrix maakte tijdens haar inhuldiging in 1980 bekend dat ze de viering niet naar haar eigen verjaardag verplaatste. Koninginnedag op 31 januari had Siberische toestanden kunnen opleveren, terwijl het accent juist op festiviteiten in de buitenlucht ligt.
Koning Willem-Alexander verplaatste Koningsdag naar zijn eigen verjaardag, 27 april. Een bijkomstigheid is dat de dag daardoor niet meer steevast begint met een felicitatie door de ontvangende burgemeester aan het adres van Pieter van Vollenhoven, die op 30 april jarig is. Nu wordt ook de invulling van de dag aangepast; een combinatie van een oude en een nog oudere traditie.
200 jaar Koninkrijk
Behalve koning Willem-Alexander spraken zaterdag vicepresident mr. J. P. H. Donner van de Raad van State en prof. dr. A. A. den Hollander, hoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Muzikale medewerking verleenden Cor Ardesch (orgel), Boudewijn Zwart (beiaardier), Jacob van Eijk (marimba) en Drum en Bugglecorps Jubal.
De viering van het 200-jarig bestaan van het koninkrijk begon vorig jaar met het naspelen van de landing van de latere koning Willem I in Scheveningen en bijeenkomsten in Den Haag, gevolgd door evenementen op Sint Maarten en in Apeldoorn en Maastricht. Het volgende evenement staat in april 2015 in Zwolle gepland –met aandacht voor muziek en sport–, waarna de afsluiting in september plaatsheeft in Amsterdam.
Vernieuwd met oude tradities
De Bond van Oranjeverenigingen in Nederland ontstond in 1995 door een fusie van de Christelijke Bond van Oranjeverenigingen in Nederland (opgericht 1910) en de Federatie van Oranjeverenigingen (1952). In 2010 werd het 100-jarig bestaan gevierd. Koningin Beatrix verleende de bond toen het predicaat Koninklijk.
Tot de KBOV behoren ruim 360 Oranjeverenigingen, waaronder verenigingen in Spanje en op Aruba en Curaçao. Het jaarcongres wordt bij voorkeur ieder jaar in een andere provincie gehouden.