Daarmee kan die voorkomen dat asielzoekers volgens procedure het land worden uitgezet. Dat is het gevolg van een uitspraak die de Raad van State vrijdag heeft gedaan.

De raad heeft bepaald dat een verzoek om een uitzondering te maken geen aanvraag is in het bestuursrecht en dat de beslissing van de minister om af te zien van de afwijkingsbevoegdheid, ook geen besluit is. Om die reden kan de asielzoeker hiertegen niet in beroep gaan.

De Raad van State deed de uitspraak een jaar nadat toenmalig minister Nawijn had aangegeven naar schrijnende gevallen te willen kijken. Dat leidde tot 8000 brieven van asielzoekers, illegalen en uitgeprocedeerden, die de minister van Vreemdelingenzaken verzochten in hun geval een uitzondering te maken op de regels.

Volgens het ministerie van Justitie zal de uitspraak van de Raad van State jarenlange juridische procedures schelen. Ook zou de uitspraak valse hoop bij asielzoekers voorkomen.

Minister Verdonk (Vreemdelingenzaken en Integratie) maakt deze maand bekend hoeveel asielzoekers onder de eenmalige pardonregeling zijn gevallen en hoeveel mensen op basis van de afwijkingsbevoegdheid een verblijfsvergunning hebben gekregen. In een brief aan de Tweede Kamer gaf de minister in augustus al aan dat zij slechts in zeer incidentele gevallen van de bevoegdheid gebruik zal maken.