Politie wereldwijd samen tegen hiv
AMSTERDAM (ANP). Politiekorpsen uit de hele wereld hebben zich in Amsterdam uitgesproken tegen het criminaliseren van mensen met hiv en aids. In veel landen werkt de houding van de politie tegen bij het bestrijden van de ziekte. Daar moet een einde aan komen, stelden de politievertegenwoordigers uit zo’n 30 landen maandag tijdens een persbijeenkomst voorafgaand aan een internationale conferentie over het onderwerp.
Volgens de Amsterdamse korpschef Pieter-Jaap Aalbersberg is het bijzonder dat zo veel landen zijn vertegenwoordigd. Ook in landen in Afrika en Azië, waar mensen met hiv nog vaak als crimineel worden behandeld, treden volgens hem veranderingen op. „Mensen zijn hier om van elkaar te leren en met elkaar in contact te komen.”
Nederland is een goed voorbeeld van hoe je als politie met hiv-patiënten, maar ook drugsgebruikers of psychiatrische patiënten moet omgaan, stelt de korpschef. „Door niet te criminaliseren hebben we in de jaren 70 het heroïneprobleem kunnen stoppen en dat geldt ook voor het terugdringen van hiv-besmetting.” De maatschappij verandert en vraagt volgens hem om een samenwerking met professionals uit de gezondheidszorg op straat. Zijn wens is uiteindelijk naast een wijkagent ook een jeugdzorg- en GGD-medewerker in de buurt te hebben.
Het is voor het eerst dat zo veel politiekorpsen uit de wereld, waaronder die uit Vietnam, Ghana, Swaziland, Australië en de Verenigde Staten, samenkomen en discussiëren over dit probleem, aldus Aldo Lale-Demoz van de Verenigde Naties.
„Bij ons gebruikte de politie vroeger condooms als bewijs voor vervolging als ze die aantroffen bij sekswerkers”, zei Jones Blantari van de politie in Ghana. Dat leidde ertoe dat het aantal hiv-besmettingen in zijn land bij deze doelgroep vele malen hoger lag dan bij de rest van de bevolking. „Daarom hebben we condooms aan het politie-uniform toegevoegd, als een signaal jezelf te beschermen. Hierdoor kan iedereen ze nu bij zich dragen en is het niet langer een aanleiding sekswerkers te arresteren.”