In antwoord op Kamervragen van het CDA erkent de bewindsman dat de draadloze microfoons die deze instellingen gebruiken de komende tijd steeds slechter zullen functioneren, doordat ze werken op frequenties die inmiddels de bestemming mobiele communicatie (4G) hebben gekregen.

Door de populariteit van onder meer smartphones en tablets was hiervoor steeds meer frequentieruimte nodig, aldus Kamp. Die is gevonden bij de zogenoemde UHF-band3, die primair wordt gebruikt voor digitale ethertelevisie, maar ook voor draadloze microfoons. Hierdoor ontstaan problemen voor onder meer kerken, theaters of sportscholen die deze microfoons gebruiken. Kamp stelt hierover uitvoerig te hebben gecommuniceerd met producenten en gebruikers van de draadloze microfoons, zodat zij tijdig konden inspelen op de overstap. De meeste gebruikers kunnen volgens hem hun apparatuur eenvoudig naar alternatieve frequenties omschakelen. Voor wie dat niet kan, is volgens Kamp voorzien in een „ruime overgangsperiode” tot eind 2015. „Dat geeft gebruikers van draadloze microfoons voldoende tijd hun apparatuur af te schrijven en te vervangen”, aldus de bewindsman.