Zo is het 600 jaar oude Mataró-model te zien, het oudste scheepsmodel van Europa en ‘de Nachtwacht’ van het Maritiem Museum. Ook zien bezoekers een zeekaart van meestercartograaf Joan Blaeu (1596-1673), de reisverslagen van ontdekkingsreiziger Jan Huygen van Linschoten (1563-1611) waarin hij de geheimen van de Portugezen openbaar maakte en een wollen muts van een Nederlandse walvisvaarder die rond 1700 naar Spitsbergen voer.

„Het zijn echte iconen van het maritieme verleden”, verklaarde Rutte. „Een collectie om trots op te zijn. En eentje die natuurlijk in Rotterdam thuishoort.” De premier zei blij te zijn dat het museum in de nieuwe tentoonstelling de geschiedenis centraal stelt. „Want de Nederlandse geschiedenis is voor een heel belangrijk deel maritieme geschiedenis. Het blijft bijzonder dat een klein land als Nederland in de 17e eeuw een wereldmacht werd - en de VOC eigenlijk de eerste multinational.”

De minister-president haalde ook herinneringen op aan zijn vader, die voor de oorlog lang op de Maaskade woonde. „Over het Rotterdam van vroeger kon hij altijd prachtig vertellen. Het was het Rotterdam van de sjouwers, zonder de containers die je nu overal ziet. Maar ook toen was het een havengebied dat zich razendsnel ontwikkelde en waar het gonsde van de activiteit.”

Rutte opende de expositie door het onthullen van een model van het moderne offshore schip Aegir. Dit schip kan op 3500 meter diepte pijpleidingen neerleggen voor onder meer olieplatformen. De offshore sector is een van de grootste bedrijfstakken van Nederland.