Kerk & religie

Hem kennen

Prediker 12:1

1 October 2014 07:58Gewijzigd op 15 November 2020 13:16

„En gedenk aan uw Schepper in de dagen uwer jongelingschap, eer dat de kwade dagen komen en de jaren naderen, van dewelke gij zeggen zult: Ik heb geen lust in dezelve.”

Zoals vergeten is „iets uit zijn gedachtenis wegdoen”, zo betekent gedenken „zijn gedachten op iets vestigen.” Zo staat er van Farao’s schenker (Genesis 41:9): „Ik gedenk heden aan mijn zonde.” Dat betekent: Ik breng mij die te binnen, en stel die mij als voor ogen. Gedenkt de wet van Mozes (Maleachi 4:4). Dat betekent: stelt die uzelf als een gedurige regel voor ogen.

Dus wil Salomo ook dat een jongeling niet alleen God kent, erkent, zijn verbintenis aan Hem belijdt en zich met Hem verzoent, maar ook dat hij die God zich gedurig voor ogen stelt, opdat de kinderlijke vrees Gods over hem de wacht houdt, opdat hij zich aan God gewent (Job 22:21) en Hem leert kennen in al Zijn wegen (Spreuken 3:6). Dat eiste God van Abraham, Zijn bondgenoot (Gen. 17:1): „Wandelt voor Mijn aangezicht.” Zo stelde David de Heere gedurig voor zich (Psalm 16:8).

De daden zijn getuigen dat men ergens aan denkt. „Gedenkt mij bij uzelf, en doet toch weldadigheid aan mij, en doet van mij melding bij Farao, en maakt dat ik uit dit huis kom”, zei Jozef tegen de schenker wiens droom hij verklaard had (Genesis 40:14). „Denkt aan uw Schepper”, betekent dan zoveel of hij zei: Beantwoordt de trouw, de weldadigheden en al de liefde die de Schepper u bewezen heeft: „Heiligt Hem in uw hart” (1 Petrus 3:15).

Jacobus Fruytier, predikant te Rotterdam (”Salomo’s raad aan de jeugd”, 1724)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer